We beginnen samen en daarna gaan we in de rekenniveaus verder: paars=niveau 4, geel=niveau 5 en blauw=niveau 6
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hallo allemaal!
We gaan vandaag aan de slag met redactiesommen!
We beginnen samen en daarna gaan we in de rekenniveaus verder: paars=niveau 4, geel=niveau 5 en blauw=niveau 6
Slide 1 - Tekstslide
Raf koopt een spel van 42 euro. Hij betaalt met 5 briefjes van 10 euro. Hoeveel euro krijgt hij terug?
A
50 euro
B
10 euro
C
8 euro
D
12 euro
Slide 2 - Quizvraag
Zo, die viel mee toch?
Dan gaan we nu echt beginnen! Zet hem op allemaal!!
De volgende vragen zijn voor niveau 4
Slide 3 - Tekstslide
1. Arthur, Samuel en David krijgen ieder 7 appels van de groenteboer. Hoeveel appels hebben ze samen?
Slide 4 - Open vraag
2. Eline en Lise gaan op de fiets naar judo. Het is 15 kilometer. Ze moeten heen en weer terug. Hoever moeten ze fietsen?
Slide 5 - Open vraag
3. Bij een partijtje voetbal tussen groep D en E staat het 19 - 8. Hoeveel doelpunten zijn er gemaakt?
A
11
B
27
C
veel te veel
D
veel te weinig
Slide 6 - Quizvraag
4. De flat waar meester Thomas woont is 13 meter hoog. De mast die ernaast staat is wel 2 keer zo hoog! Hoe hoog is die dan?
Slide 7 - Open vraag
5. Melissa verkoopt gebakjes voor het goede doel. Ze verkoopt er 's morgens 36 en 's middags 35. Hoeveel heeft ze er verkocht?
Slide 8 - Open vraag
6. Op basisschool de Driemaster zitten 75 kinderen. Dat zijn er 30 meer dan op basisschool met de Bijbel. Hoeveel kinderen zitten op basisschool met de Bijbel?
A
45
B
105
C
90
D
35
Slide 9 - Quizvraag
7. De moeder van Benjamin heeft 79 euro bij zich om een voetbal te kopen voor Benjamin. De voetbal die Benjamin graag wil hebben kost 50 euro. Hoeveel houdt de moeder van Benjamin nog over?
Slide 10 - Open vraag
8. Indy heeft een bijzondere hobby, vogels tellen. Vandaag telde ze 22 kraaien, 22 pimpelmeesjes en 23 meeuwen. Hoeveel vogels telde ze?
Slide 11 - Open vraag
De volgende vragen zijn voor niveau 5!
Slide 12 - Tekstslide
1. Een voetbalwedstrijd begint om 2 uur. Om half 4 is de wedstrijd klaar. Hoeveel minuten duurde de wedstrijd?
A
anderhalve minuut
B
90 minuten
C
60 minuten
D
30 minuten
Slide 13 - Quizvraag
2. Damian spaart voor een nieuwe mountainbike. Van zijn opa krijgt hij 20 euro. Zijn andere opa geeft ook 20 euro en van zijn vader krijgt hij 70 euro. Hoeveel euro heeft hij al gespaard?
Slide 14 - Open vraag
3. Een vliegtuig vliegt op een hoogte van 400 meter. Hij daalt 72 meter. Hoe hoog vliegt hij dan?
Slide 15 - Open vraag
4. Een cd kost 7,95. Jay betaalt met 10 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
A
2 euro en 5 cent
B
3 euro en 5 cent
C
2 euro en 50 cent
D
5 euro en 2 cent
Slide 16 - Quizvraag
5. 3 kilo worteltjes kost 12 euro. Hoeveel moet moeder betalen voor 4 kilo? (reken dus eerst 1 kilo uit!)
Slide 17 - Open vraag
6. Voordat Raf aan een fietstocht begint staat de kilometerteller op 71 kilometer. Aan het einde van de dag staat de kilometerteller op 109 kilometer. Hoeveel kilometer heeft Raf gefietst?
Slide 18 - Open vraag
7. In een pennenfabriek gaan 150 pennen in een doos. Hoeveel pennen zijn er verpakt als er 3 dozen zijn ingepakt?
Slide 19 - Open vraag
8. Familie Janssen gaat naar een concert. Mama koopt 9 kaartjes. Deze kosten 7 euro per stuk. Hoeveel moet mama betalen?
Slide 20 - Open vraag
Nu komen de vragen voor niveau 6! Doe je best!
Slide 21 - Tekstslide
1. Maurits spaart voor een set technisch lego van 415 euro. Hij heeft al 340 euro gespaard. Hoeveel euro moet hij nog sparen?
Slide 22 - Open vraag
2. Op 18 april 2020 kijkt Merel op een pak melk of deze nog wel goed is. Op het pak staat: 'houdbaar tot 10-04-2020'. Is het pak over de datum?
Slide 23 - Open vraag
3. Yara koopt een jurk in de opruiming voor 171,00 euro in plaats van voor 199,95. hoeveel korting heeft ze ongeveer gekregen?
A
10 euro
B
20 euro
C
30 euro
D
40 euro
Slide 24 - Quizvraag
4. Bij de verjaardag van de juf moeten er op school 350 bekertjes geschonken worden. Uit een fles limonade kun je 7 van die bekertjes schenken. Hoeveel flessen limonade moeten er besteld worden?
Slide 25 - Open vraag
5. Benthe staat bij de bushalte. De bus vertrekt om 4 uur. Op de klok staat nu 15:15. Hoeveel minuten moet ze nog wachten?
Slide 26 - Open vraag
6. Voor 2 kilo mandarijntjes betaal je op de markt 1 euro. Hoeveel betaal je dan voor 8 kilo?
Slide 27 - Open vraag
7. Daphne en Esther kijken een film die 90 minuten duurt. Ze beginnen met kijken om kwart over 7. Hoe laat is de film afgelopen?
A
kwart over 8
B
half 9
C
kwart voor 9
D
kwart over 9
Slide 28 - Quizvraag
8. Timo, Annemijn, Hidde en Puck mogen 48 euro die ze hebben gekregen eerlijk verdelen. Hoeveel euro krijgt ieder
Slide 29 - Open vraag
Dit was het, rekenkanjers! Willen jullie nog een heel flauw mopje horen...?