5.3 Beelden maken met een lens

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Zie de lenzen hiernaast.
A
Beiden zijn positief.
B
Beide zijn negatief.
C
A = positief en B = negatief
D
A = negatief B = positief

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Convergent
Divergent
Evenwijdig

Slide 7 - Sleepvraag

Wat hoort bij welke lens?
Bolle lens
Holle lens
Positief
Negatief
Convergente lichtbundel
Divergente lichtbundel

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Een spiegelbeeld is een virtueel beeld.
Wat betekent ‘virtueel beeld’?

A
Het beeld bestaat alleen in de spiegel.
B
Het beeld is gelijk aan de werkelijkheid.
C
Het beeld is verkleind en staat op zijn kop.
D
Het beeld is zichtbaar op een scherm.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Neem de tekening over.
Teken het beeld met behulp van  beeldconstructie.

Slide 14 - Open vraag


Neem de tekening over.
Teken het beeld met behulp van  beeldconstructie.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bepaal de vergroting.

Slide 18 - Open vraag

De lengte van de fiets is 1,70m. Op het beeld is de lengte van de fiets 1 cm. Bereken de vergroting.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de begrippen en afkortingen naar de juiste plek.
beeldgrootte
voorwerpgrootte
voorwerpafstand
beeldafstand
b
B
v
V

Slide 21 - Sleepvraag

Begrippen paragraaf 3
Definitie
Begrip
Het aanpassen van de lensdikte door het straalvormig lichaam om het beeld op het netvlies scherp te krijgen
Lichtstralen die naar elkaar toe bewegen
Lichtstralen die uit elkaar bewegen
De afstand vanaf het voorwerp tot aan de lens-as
De afstand tussen de lens en het scherm/netvlies
Een afwijking van het oog waarbij de lens te bol is waardoor er geen scherp beeld ontstaat van objecten met een kleine voorwerpafstand
Convergeren
Voorwerpafstand
Accomoderen
Bijziend
Divergeren
Beeldafstand

Slide 22 - Sleepvraag