2THV - Theme 4 - Grammar 10 Les 2

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 2 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 3 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 4 - Tekstslide

vul een voltooid
deelwoord in

Slide 5 - Woordweb

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 6 - Quizvraag

I .... him an hour ago.
A
saw
B
have seen
C
have been seeing
D
didn't saw

Slide 7 - Quizvraag

zij hebben gekozen
A
they has chosed
B
they has chosen
C
they have chosed
D
they have chosen

Slide 8 - Quizvraag

hij heeft gegraven
A
he has dug
B
he have dug
C
he has dig
D
he have dig

Slide 9 - Quizvraag

zij heeft gedaan
A
she did do
B
she have done
C
she has done
D
she has did

Slide 10 - Quizvraag

wij hebben gedaan
A
we have did
B
we have done
C
we did have
D
we have do

Slide 11 - Quizvraag

zij hebben gedronken
A
they have drank
B
they have drunk
C
they has drunk
D
they has drank

Slide 12 - Quizvraag

Wij hebben gereden
A
we have drive
B
we have driven
C
we have drove
D
we have droven

Slide 13 - Quizvraag

zij heeft gegeten
A
she has eaten
B
she have eaten
C
she has ate
D
she have ate

Slide 14 - Quizvraag

wij hebben gevoeld
A
we have fallen
B
we have felt
C
we have feeled
D
we have fell

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 17 - Tekstslide

(you / ever play) zorb-soccer?

Slide 18 - Open vraag

(you/ to hear) about a sport called extreme ironing?

Slide 19 - Open vraag

(you/to see/)....a fight between grandmothers?

Slide 20 - Open vraag

(their cats to fight) .......in the kitchen ?

Slide 21 - Open vraag

(They to make)........ a snow angel ?

Slide 22 - Open vraag

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 23 - Tekstslide

(My grandmother not /to have).... a fight with her neighbour

Slide 24 - Open vraag

(He not to be).... a competitive dog groomer

Slide 25 - Open vraag

Their friend (not to try)...... to make a snowangel too.

Slide 26 - Open vraag

I (not to roll).............down a mountain to catch a cheese

Slide 27 - Open vraag

we (not to participate)..... in a wife-carrying race

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide