Klas 2HV - Chapitre 2 - Herhaling (extra)

Aujourd'hui
Herhaling chapitre 2
- zinnen
- bijvoeglijk naamwoord
- werkwoorden 
- vocabulaire
Start chapitre 3
Les buts: 
- herhalen chapitre 2 - voorbereiding voor de toets
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
Herhaling chapitre 2
- zinnen
- bijvoeglijk naamwoord
- werkwoorden 
- vocabulaire
Start chapitre 3
Les buts: 
- herhalen chapitre 2 - voorbereiding voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Se présenter
Raconte:
- nom, âge, ville
- frères / soeurs (+ nom & caractère)
- animal domestique
- maison
- chambre (+ opinion)
- ce que tu fais dans ta chambre

Slide 2 - Tekstslide

eerst iedereen voor zichzelf
daarna aan buurman/buurvrouw presenteren
buurman/buurvrouw vertelt
bijvoeglijk naamwoord
Plaats:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bijvoeglijk naamwoord
Plaats:
- meestal achter het zelfstandig naamwoord
- uitzonderingen komen voor het zelfstandig naamwoord:
bon - beau - grand - petit - nouveau - vieux

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bijvoeglijk naamwoord
Vorm: 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bijvoeglijk naamwoord
Vorm:                                                                                          



ev
mv
mannelijk
-
s
vrouwelijk
e
es

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bijvoeglijk naamwoord
Vorm: 


Uitzonderingen moet je leren:
m ev              m mv               v ev                         v mv
bon                bons                bonne                   bonnes
beau              beaux             belle                       belles
nouveau      nouveaux      nouvelle               nouvelles
vieux             vieux                vieille                     vieilles
ev
mv
mannelijk
-
s
vrouwelijk
e
es

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mes soeurs sont (petit)
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Il habite dans une (nieuw huis)
A
nouveau maison
B
maison nouveau
C
nouvelle maison
D
maison nouvelle

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

J'ai un (zwarte kat)
A
noir chat
B
noire chat
C
chat noir
D
chat noire

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu as une (grote kamer) ?
A
grand chambre
B
grande chambre
C
chambre grand
D
chambre grande

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les verbes
Werkwoorden op -er
présent 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les verbes
ww -er
avoir
être
aller
faire

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies