Groep F 19 mei

Vandaag:

- Voegwoorden en bijzinnen
- het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Tekst: De Bewonerscommissie
- Woordenlijst

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag:

- Voegwoorden en bijzinnen
- het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Tekst: De Bewonerscommissie
- Woordenlijst

Slide 1 - Tekstslide

Voegwoorden


Tijd: nadat, terwijl, toen, totdat, voordat, wanneer, als, zodra, zolang, tot, nu, sinds 
Reden: omdat, 
Oorzaak: doordat, omdat, dus, als
Gevolg: zodat, dus  als, mits, tenzij, wanneer, indien, 
Toegeving al, hoewel 
Tegenstelling maar, terwijl 
Voorbeeld zoals 
Volgorde toen, nadat, voor, voordat, en

Slide 2 - Tekstslide

............ ik van de trap ben gevallen, heb ik pijn aan mijn knie.
A
Terwijl
B
Voordat
C
Doordat
D
Wanneer

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb geen geld ....................... ik kan deze trui niet kopen.

A
maar
B
omdat
C
dus
D
hoewel

Slide 4 - Quizvraag

Gefen was klaar met de opdracht ................. de bel ging.
A
toen
B
wanneer
C
mits
D
terwijl

Slide 5 - Quizvraag

Anushka heeft aan één stuk door gewerkt ....................... de bel ging.
A
wanneer
B
zodat
C
tenzij
D
tot

Slide 6 - Quizvraag

We gaan op vakantie naar Spanje ................ we gevacineerd zijn.
A
maar
B
mits
C
zoals
D
toen

Slide 7 - Quizvraag

We bleven op het strand ................... de zon onderging.
A
maar
B
dus
C
totdat
D
en

Slide 8 - Quizvraag

....................... de zon niet scheen, deden we onze badklesing aan.
A
Maar
B
Wanneer
C
Daarna
D
Hoewel

Slide 9 - Quizvraag

We moeten zachtjes doen op de gangen, .................. de examens zijn begonnen.
A
nu
B
voordat
C
zolang
D
maar

Slide 10 - Quizvraag

Ik wens jullie een fijne vakantie, ...................... gaan jullie niet naar het buitenland.
A
toen
B
indien
C
al
D
totdat

Slide 11 - Quizvraag

Woorden van 
 "De Buurtapp"

Slide 12 - Tekstslide

Die jongen is een nieuwe leerling. Hoe heet hij ........................?
A
gezamenlijk
B
zomaar
C
eigenlijk
D
geschikt

Slide 13 - Quizvraag

Je kunt het formulier ook ........................ invullen.
A
nuttig
B
eigenlijk
C
ongerust
D
digitaal

Slide 14 - Quizvraag

de politie vraagt of de ....................... van het ongeluk zich willen melden.
A
containers
B
op de hoogte
C
getuigen
D
inbreken

Slide 15 - Quizvraag

Wat fijn dat er nu weer ........................ aan de bomen zitten!
A
geschikte
B
nuttige
C
bijeenkomsten
D
bladeren

Slide 16 - Quizvraag

Het gebruik van het woordenboek is erg .......................
A
nuttig
B
ongerust
C
zomaar
D
mededeling

Slide 17 - Quizvraag

Zijn jullie al ............................ van de nieuwste aanpassingen?
A
meegedaan
B
op de hoogte
C
de bijeenkomst
D
de getuige

Slide 18 - Quizvraag

Mag ik .......................... van je lenen? Ik moet de takken wegbrengen.
A
de container
B
de lantaarnpaal
C
de kruiwagen
D
de mededeling

Slide 19 - Quizvraag

Ik bel je ...................., zonder reden!
A
zomaar
B
ongerust
C
nuttig
D
digitaal

Slide 20 - Quizvraag