Voegwoorden
Tijd: nadat, terwijl, toen, totdat, voordat, wanneer, als, zodra, zolang, tot, nu, sinds
Reden: omdat,
Oorzaak: doordat, omdat, dus, als
Gevolg: zodat, dus als, mits, tenzij, wanneer, indien,
Toegeving al, hoewel
Tegenstelling maar, terwijl
Voorbeeld zoals
Volgorde toen, nadat, voor, voordat, en