Grammatica H3 - lijdend/bedrijvend

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stil Lezen
timer
2:00
Stillezen!
Blz. 179 blauwe tekst

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!


Grammatica H3 - lijdend/bedrijvend

1 Presentie/plaatje van de week/boekentas
2 Quizje
3 Huiswerk nabespreken



mmarinus@
lauwerscollege.nl


3.5 Uitleg lijdend/bedrijvend
4 Zelfstandig werken
5 Wat hebben we geleerd of gemist?
Kennen/kunnen/doen

  • Je kunt het meewerkend voorwerp vinden
  • Je herkent de lijdende en bedrijvende vorm
  • Je gebruikt de lijdende en bedrijvende vorm

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken
B
Wie of wat + persoonsvorm?
C
Wie of wat + onderwerp + persoonsvorm
D
door de zin in een andere tijd te zetten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de pv?
A
De boze man
B
is
C
naar de angstige leerlingen
D
gelopen.

Slide 5 - Quizvraag

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit:
A
Alleen de pv
B
de pv + alle andere werkwoorden
C
het onderwerp
D
het lijdend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Wie (of wat) + PV =
A
Lijdend voorwerp (lv)
B
Onderwerp (ow)
C
Persoonsvorm (pv)
D
Meewerkend voorwerp (mv)

Slide 7 - Quizvraag

Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

De docent heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd
A
De docent
B
de betekenis van het meewerkend voorwerp
C
heeft uitgelegd
D
mij

Slide 9 - Quizvraag

Lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Ik
geef
een 
cadeau
aan
mijn
buurman

Slide 10 - Sleepvraag

Nakijken opdrachten 1 t/m 8, vanaf blz. 175.

  • Ruil boek/schrift met de buur

  • Ik geef de antwoorden

  • Kijk elkaars antwoorden na en verbeter

  • Vragen? Vragen!

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk: van opdracht 13 doe ik twee zinnen voor. Jullie mogen kiezen.
Wat?
Maak de opdrachten 9, 10, 11, 13 en 17 vanaf blz.178
Hoe?
Met je laptop, boek en schrift. En een pen.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot een paar minuten voor het einde van de les
Klaar?
Ga verder met opdracht hfdst. 3.7, vanaf blz. 175.

Slide 12 - Tekstslide

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Slide 13 - Open vraag

Goed weekend!
Kennen/kunnen/doen

  • Je kunt het meewerkend voorwerp vinden
  • Je herkent de lijdende en bedrijvende vorm
  • Je gebruikt de lijdende en bedrijvende vorm

Slide 14 - Tekstslide

Vragen bij het filmpje:

  • Welk zinsdeel is actief in de bedrijvende vorm?

  • Welke vraag kun je stellen bij de lijdende vorm?

Voorbeeldzin (lijdend):
Het broodje wordt opgegeten.

Slide 15 - Tekstslide