1MH Nederlands 02/06/2022

Lezen
timer
10:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Lezen (15 min)
  • Nabespreken opdracht 43 en 44, blz. 204 t/m 206
  • Hoofd- en bijzaken en alineaopbouw :  Blok 4
  • Maken opdracht 47, blz. 209 en 210

Slide 2 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord!

... huis
A
de
B
het

Slide 3 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... bal
A
de
B
het

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... blik
A
de
B
het

Slide 5 - Quizvraag

Woordgeslacht
  • Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
  • Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
  • Heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!
Opzoeken in het woordenboek
  1.  Pak je woordenboek erbij of ga naar vandale.nl
  2.  Blader naar het goede woord of zoek het woord via de zoekbalk
  3.  Kijk naar de letter die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht
m = mannelijk
 v  = vrouwelijk
 o  = onzijdig

Slide 6 - Tekstslide

Verwijswoorden
Als je het woordgeslacht weet, kun je het juiste verwijswoord kiezen!

Mannelijk   = de                    deze / die    
Vrouwelijk  = de                    deze / die
Onzijdig      = het                  dit / dat






Voorbeelden:
1.  Meisje (o)                              Het meisje dat daar loopt, is mijn beste vriendin.
2. Pen (v)                                   De pen die ik laatst zocht, heb ik teruggevonden.
3. Laptop (m)                           Deze laptop is stuk.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het woordgeslacht?
etui (het; o; meervoud: etuis)
1. koker, foedraal, omhulsel: een etui voor schrijfgerei
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
kop.te.le.foon (de; m; meervoud: koptelefoons
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 9 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord!

De appel ... ik gisteravond at.
A
die
B
dat

Slide 10 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord!

... klasgenootje heeft gespijbeld.
A
Deze
B
Dit

Slide 11 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord!

De oplader ... ik laatst kocht, is stuk.
A
die
B
dat

Slide 12 - Quizvraag

Ik weet hoe ik het woordgeslacht kan vinden in het woordenboek.
A
Ja!
B
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.

Slide 13 - Quizvraag

Ik kan het juiste verwijswoord kiezen.
A
Ja!
B
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.

Slide 14 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Over woordgeslacht, lidwoorden en verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg
  • Aan de slag!
  • Bespreken
  • Quizje!




  1.  Ik weet hoe ik woordgeslacht kan vinden in het woordenboek.
  2.  Ik kan het juiste verwijswoord kiezen.
Dagdoelen:

Slide 16 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord!

... jongen
A
de
B
het

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... kerk
A
de
B
het

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag!

* Maken opdracht 47
blz. 209 en 210

Succes !!!

Slide 19 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Lezen (15 min)
  • Nabespreken opdracht 45 en 46, blz. 206 t/m blz. 208
  • Hoofd- en bijzaken en alineaopbouw :  Blok 4
  • Maken opdracht 48, blz. 210

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdstuk 4

Slide 22 - Tekstslide

Iris was nog maar een klein meisje toen ... haar eigen land verliet en naar Nederland kwam.
A
hem
B
het
C
hij
D
zij

Slide 23 - Quizvraag

Het patroon op de neus van een kat is zo uniek, dat ... gelijkstaat aan een vingerafdruk.
A
hem
B
het
C
hij
D
zij

Slide 24 - Quizvraag

De hond van de buren is heel lief en vrolijk, dus ze kunnen ... makkelijk alleen laten met hun kinderen.
A
hem
B
het
C
hij
D
zij

Slide 25 - Quizvraag

We kunnen nog niet naar het zwembad, want ... is nog niet open.
A
zij
B
hij
C
het
D
die

Slide 26 - Quizvraag

Uitlegfilmpje
Bekijk het uitlegfilmpje van Nieuw Nederlands.

Slide 27 - Tekstslide

Geslacht opzoeken
  • Woordenboek

www.vandale.nl


Slide 28 - Tekstslide

Woordgeslacht
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

mannelijk                           de-
vrouwelijk                           woorden

onzijdig                                het-
                                                  woorden

Slide 29 - Tekstslide

Let op!
Het woordgeslacht heeft meestal niets te maken met mannelijk en vrouwelijk in de gewone betekenis.

Slide 30 - Tekstslide