13-12-2024 Cursus 5 Grammatica § 6 Lijdend voorwerp

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cem                    

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

1. Stillezen + Boekpromotie
2. Dictee
3. Instructie
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stillezen
We beginnen met stillezen.
timer
10:00
S
T
I
L
L
E
Z
E
N

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictee!
Dictee!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DICTEE DICTEE DICTEE DICTEE
* marechaussee
*grenscontroles
* kabinet
* uitzonderlijk
* continu


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 9 - Tekstslide

Vertel het doel van de les: Aan het einde van deze les kun je het lijdend voorwerp van een zin vinden. Je leert dat je hiervoor eerst de stappen doorloopt die we tot nu toe al hebben geleerd.



Lijdend voorwerp
Het lesdoel: 
Je kunt het lijdend voorwerp in een zin herkennen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
  • Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 
  • Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 
  • Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 

Wat + pv/wg + ow? =  lijdend voorwerp


Lijdend voorwerp (lv)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Lijdend voorwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
De handbaltrainer zet het wedstrijdschema op Facebook. 
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp in: 
Jan maakt altijd zijn huiswerk.
lijdend voorwerp
Jan
zijn huiswerk.
maakt
altijd

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
geboekt.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
een vakantie

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
Wij
hebben
vanavond
een serie 

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik kan nu het lijdend voorwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
een zin

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je het lijdend voorwerp? Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag:

A
Wie /wat + onderwerp + gezegde?
B
Wie/wat + persoonsvorm?
C
Wie/wat + onderwerp?
D
Wie/wat + gezegde?

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Jij kan het lijdend voorwerp in deze zin vinden.

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in deze zin
D
kan vinden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Cursus Grammatica 
§ 6 Lijdend voorwerp
Alles maken ook de leerroute!
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
 Datum:
16-12-2024
Maken:
Cursus 5 Grammatica
§ 6 Lijdend Voorwerp





Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



GOED WEEKEND!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies