Massamedia hoofdstuk 3 (basis)

Massamedia

Hoofdstuk 3: Kranten en tijdschriften
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Massamedia

Hoofdstuk 3: Kranten en tijdschriften

Slide 1 - Tekstslide

Massamedia
Hoofdstuk 3
In het vorige hoofdstuk hebben we het gehad over het massamedium internet.

In dit hoofdstuk hebben we het over kranten en tijdschriften. Dit zijn massamedia die je in de winkel koopt. Of je hebt er een abonnement op.

In deze les behandelen we de deelvraag:
  • Welke soorten kranten en tijdschriften zijn er?

Slide 2 - Tekstslide

Lees nu eerst Hoofdstuk 3
boek Massamedia
(blz. 18 en 19)

Hierna krijg je steeds uitleg met daartussen een paar vragen (de vragen zijn de gele slides).

Slide 3 - Tekstslide

Kranten
Er zijn twee verschillende soorten gedrukte media:
  1. kranten
  2. tijdschriften. 

Kranten verschijnen elke dag.
Elke krant heeft een eigen doelgroep.

doelgroep = groep mensen met bepaalde eigenschappen.
voorbeelden van doelgroepen: mannen, vrouwen, ouderen, jongeren, mensen met kinderen, mensen die van sport houden, mensen met huisdieren, enzovoort...

Slide 4 - Tekstslide


Verschil tussen landelijke dagbladen en regionale dagbladen:
dagblad = ander woord voor krant.
  • Landelijke dagbladen: De doelgroep van landelijke kranten bestaat uit alle mensen in Nederland. Ze brengen namelijk nieuws uit heel Nederland en het buitenland. Bijvoorbeeld: Telegraaf, Volkskrant, Trouw
  • Regionale dagbladen: De doelgroep van regionale dagbladen bestaat uit mensen uit een bepaald gebied. Ze brengen minder nieuws uit Nederland en meer nieuws uit de buurt. Bijvoorbeeld: Noord-Hollands dagblad, Purmerends Nieuwsblad.

Slide 5 - Tekstslide

Populaire kranten en kwaliteitskranten
Er zijn verschillende soorten landelijke kranten: populaire kranten en
Kwaliteitskranten.

De verschillen zijn:
Kwaliteitskranten:
  1. Doelgroep: mensen met een hogere opleiding, die meer geld verdienen.
  2. Inhoud: schrijven meer over serieus nieuws zoals politiek en milieu.
  3. Opmaak: ziet er saaier uit(minder grote foto's.), vaak moeilijke woorden en lange zinnen.

Voorbeeld van kwaliteitskrant is: Volkskrant.






Populaire kranten:
  1. Doelgroep: breed publiek (= veel verschillende soorten mensen).
  2. Inhoud: schrijven meer over sensatie, bijvoorbeeld misdaad, sport, ongelukken.
  3. Opmaak: grote foto's en koppen. Korte artikelen, makkelijker te lezen

Voorbeeld van populaire krantis: Telegraaf.

let op! het is niet zo dat de ene soort krant beter is dan de andere, het is alleen voor een ander doelgroep.


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld kwaliteitskrant: Veel teksten (lange teksten...). Minder sensatie.
Voorbeeld populaire krant: Grote teksten... Veel fotos en grote fotos! 

Slide 7 - Tekstslide

Tijdschriften
Tijdschriften hebben een aantal kenmerken:
  • Ook een tijdschrift wordt gemaakt voor een doelgroep (bijvoorbeeld mensen die van voetbal houden of jongeren).
  • Een tijdschrift verschijnt niet elke dag, zoals een krant, maar elke week of elke maand.
 

Slide 8 - Tekstslide

Kranten en tijdschriften van nu
Voor de meeste kranten moet je betalen.
Maar Nederland heeft ook een gratis krant,
Metro. Die geld verdient met advertenties.

Kranten bestaan allang niet meer alleen op papier. Via internet kun je de hele dag het laatste nieuws lezen, omdat iedere krant een website heeft. Ook websites zoals nu.nl verzamelen nieuws.
Veel kranten en tijdschriften hebben het moeilijk. Je moet ervoor betalen, terwijl je op internet heel veel gratis kunt lezen en bekijken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide