In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Meer dan lezen
§4 Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een synoniem voor portemonnee?
A
Een klein tasje waarin je je geld en pinpasjes bewaart.
B
beurs
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van gereedschap?
A
hamer
B
materialen die je gebruikt om mee te klussen
C
werktuigen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een omschrijving van gereedschap?
A
hamer
B
materialen die je gebruikt om mee te klussen
C
werktuigen
Slide 5 - Quizvraag
Lees deze tekst.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst die je net gelezen hebt?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst over vapen?
Slide 8 - Open vraag
Je kunt tekstdoelen en tekstsoorten herkennen.
Je let op, doet actief mee en stoort een ander niet.
Slide 9 - Tekstslide
§4 Tekstdoelen en tekstsoorten (blz. 26)
Doel: Je herkent het verschil tussen informerende, instruerende en overtuigende teksten.
Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. Er zijn vijf tekstdoelen, maar je leert er nu drie: informeren, instrueren en overtuigen.
Zo vind je het tekstdoel
Bedenk wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Bekijk met welke tekstsoort je te maken hebt. Lees je bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een gebruiksaanwijzing?
Slide 10 - Tekstslide
tekstdoel
de schrijver wil
voorbeelden
informeren
dat je iets te weten komt
nieuwsbericht, schoolboek, verslag
instrueren
dat je leert hoe je iets moet doen
gebruiksaanwijzing, spelregels
overtuigen
dat je zijn mening overneemt
bespreking van een boek of film
Bekijk dit schema goed!
Slide 11 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 12 - Quizvraag
Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 13 - Quizvraag
Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstdoel
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 16 - Quizvraag
Ik weet wat de tekstdoelen informeren, instrueren en overtuigen inhouden.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Ik kan de tekstdoelen informeren, instrueren en overtuigen herkennen in een tekst.
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Huiswerk voor maandag 16 september
Maken:
Meer dan lezen - §4 Tekstdoelen en tekstsoorten (ONLINE!)
BK: 1 t/m 5
KGT: opdracht 2 t/m 6
Ga naar yunet.yuverta.nl > Itslearning > uitbreidingen > methodes > Nieuw Nederlands > Let op! Kies het goede boek! > Meer dan lezen > §4 Tekstdoelen en tekstsoorten