3.2 Deel 1: Het Christendom wordt belangrijker

3.2 Het Christendom wordt belangrijk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Het Christendom wordt belangrijk

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhalen 3.1 
Uitleg 3.2 
Zelfstandig aan het werk met 3.2

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 3.1 
Wat is de volksverhuizing?
Wat is een domein?
Wat is het hofstelsel?

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al over het christendom?

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe monniken het christendom verder verspreidden in Europa

Slide 5 - Tekstslide

Bekeren tot het Christendom
  • Romeinse tijd --> deel Europa christelijk
  • Maar rond 500 n.C. in NL + DUI --> Geloof in Germaanse goden (vb: Donar/Thor + Freya) + vereren natuur (vb: Boom, steen)
  • Christenen vonden dit fout, moesten bekeerd worden tot Chr. Noemde niet christenen heidenen --> mensen die geloofden in natuurgoden en -krachten. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bekeren tot het Christendom
  • 7e & 8e eeuw monniken naar Europa --> Stichtten kloosters
  • Monnik = Geestelijke die in een klooster leeft.
  • Klooster = Gebouw waar monniken of nonnen volgens strenge regels leven.
  • Vanuit klooster proberen mensen christelijk te maken -->
  • Missionaris = Geestelijke die mensen tot het christelijke geloof probeert te bekeren.

Slide 8 - Tekstslide

Bekeren tot het Christendom 
  • Missionarisen trokken rond --> vertellen over Jezus
  • Vernielde Germaanse heiligdommen --> bewijzen dat die goden niet bestaan (vb. Heilige boom omhakken)

  • Bekeren ging niet makkelijk --> Daarom heidense gebruiken gekoppeld aan Christelijke gebruiken --> vb: midwinterfeest koppelen aan geboorte Christus 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2 
1. Je kunt uitleggen hoe monniken het christendom verder verspreidden in Europa. 
2. Je kunt met vier voorbeelden laten zien dat het christendom belangrijk was voor mensen in de middeleeuwen. 
3. Je kunt de drie standen in de middeleeuwse samenleving beschrijven.
Hoe kan je werken aan 3.2:
  • Samenvatting maken 
  • Woordweb bij de lesstof
  • Opdrachten maken
  • Flitskaarten oefenen
  • Test jezelf maken
  • PowerPoint met uitleg doornemen
  • Ontdekkingsplaat bekijken

Slide 11 - Tekstslide

Domein
  • 3 delen:
  • 1: Woeste grond --> bossen, rivieren --> leverde hout en vis
  • 2: Land gebruikt door heer --> Boerderij + opbrengsten voor de heer 
  • 3: Woon en werkplaats horigen: Boer die geen eigen grond had

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Afspraken tussen heer en horigen
  • Horigen bewerken stukje land van de heer, leven van de opbrengsten... maar: 
  • Deel van de oogst afstaan aan heer --> graan, eieren, boter
  • Herendiensten verrichten: Werkzaamheden die horigen voor de heer moesten doen.
  • Domein niet verlaten zonder toestemming heer
  • Horigen waren dus niet vrij, maar werden wel beschermd 

Slide 15 - Tekstslide

Dit noemen we
Het hofstelsel:

Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde. Hij deed dit in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land.

Slide 16 - Tekstslide

Er waren ook vrije boeren
  • Vrije boeren woonde niet op het land van een heer
  • Ze werden dus ook niet beschermd door een heer
  • In tijden van oorlog moesten ze mee vechten in leger koning  
  • Wapens zelf betalen

  • Maar geen herendiensten hoeven doen + hele opbrengst land van de boer zelf

Slide 17 - Tekstslide