Les verbes -er, avoir, être, aller, faire + wederkerend

Les verbes (v. 2)
vwo 2

regelmatig op -er, avoir, être, aller, faire,  pouvoir, vouloir, wederkerend
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Les verbes (v. 2)
vwo 2

regelmatig op -er, avoir, être, aller, faire,  pouvoir, vouloir, wederkerend

Slide 1 - Tekstslide

tu ... (vouloir)

Slide 2 - Open vraag

nous ... (avoir)

Slide 3 - Open vraag

je ... (faire)

Slide 4 - Open vraag

ils ... (se laver)

Slide 5 - Open vraag

on ... (se coucher)

Slide 6 - Open vraag

nous ... (se doucher)

Slide 7 - Open vraag

elle ... (pouvoir)

Slide 8 - Open vraag

ils ... (vouloir)

Slide 9 - Open vraag

je ... (s'habiller)

Slide 10 - Open vraag

zij is

Slide 11 - Open vraag

u wilt

Slide 12 - Open vraag

jij doet/maakt

Slide 13 - Open vraag

wij poetsen onze tanden

Slide 14 - Open vraag