Unit 1, Step 2: Mine is bigger than yours

Step 2: Mine is bigger than yours
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsSecundair onderwijs

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Step 2: Mine is bigger than yours

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

https://create.kahoot.it/details/9bbe523c-a6a3-4ab2-a3ee-57d603977621

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is used to describe things, e.g. in size, in number, or to describe the quality of something?
A
Nouns
B
Adjectives
C
Adverbs
D
Adjectives and adverbs

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your *brain* looks interesting.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain looks *interesting*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

An *amazing* brain
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurons constantly *send* information
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurons *constantly* send information
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your test results were surprisingly *good*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your test results were *surprisingly* good.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain functions *surprisingly* wonderfully.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain functions surprisingly *wonderfully*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

p. 24

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1/ Adjectives
When you want to make comparisons, it is useful to count syllables.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You are .... me.
(quick)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You are ...
(quick) (de snelste)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The brain of a male is .... that of a female.
(heavy)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The brain of a sperm whale is .... .
(heavy)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weather disasters are .... before.
(common)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is ... organ in terms of complexity. (common)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is ... any other organ in the body. (complicated)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is .... organ in the body. (complicated)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-----
the most
pas dit ook aan op p. 37!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2/ Adverbs
The most common formation of adverbs is to add -ly to the adjective. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The human brain processes new information ... familiar information. (slow)

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Of all the organs, the human brain heals ... after injury. (slow)

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

She wore a *long* coat on the cold day.

A
adjective
B
adverb

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The meeting dragged on *long* into the night.
A
adjective
B
adverb

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He worked *hard* to finish the project on time.
A
adjective
B
adverb

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The rock felt *hard* when I touched it.
A
adjective
B
adverb

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 4-6 p. 26-28
timer
1:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 4

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

badly
/ more early
/ the most early

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 5

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 6

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies