Unit 1 Step 2 Mine is bigger than yours

Unit 1 Step 2 Mine is bigger than yours
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Unit 1 Step 2 Mine is bigger than yours

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

https://create.kahoot.it/details/9bbe523c-a6a3-4ab2-a3ee-57d603977621

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is used to describe things, e.g. in size, in number, or to describe the quality of something?
A
Nouns
B
Adjectives
C
Adverbs
D
Adjectives and adverbs

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your *brain* looks interesting.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain looks *interesting*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

An *amazing* brain
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurons constantly *send* information
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurons *constantly* send information
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your test results were surprisingly *good*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your test results were *surprisingly* good.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain functions *surprisingly* wonderfully.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Your brain functions surprisingly *wonderfully*.
A
noun
B
adjective
C
adverb
D
verb

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

p. 24

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1/ Adjectives
When you want to make comparisons, it is useful to count syllables.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You are .... me.
(quick)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You are ...
(quick)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The brain of a male is .... that of a female.
(heavy)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The brain of a sperm whale is .... .
(heavy)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weather disasters are .... before.
(common)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is ... organ in terms of complexity. (common)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is ... any other organ in the body. (complicated)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The human brain is .... organ in the body. (complicated)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2/ Adverbs
The most common formation of adverbs is to add -ly to the adjective. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The human brain processes new information ... familiar information. (slow)

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Of all the organs, the human brain heals ... after injury. (slow)

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

She wore a *long* coat on the cold day.

A
adjective
B
adverb

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The meeting dragged on *long* into the night.
A
adjective
B
adverb

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He worked *hard* to finish the project on time.
A
adjective
B
adverb

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The rock felt *hard* when I touched it.
A
adjective
B
adverb

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 4-6 p. 26-29
timer
1:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies