Paragraaaf 3.1 Arm en rijk binnen steden

3.1 Arm en rijk binnen steden

Pak je aantekeningschrift er alvast bij
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Arm en rijk binnen steden

Pak je aantekeningschrift er alvast bij

Slide 1 - Tekstslide

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan
§4  Achterstandswijken verbeteren
Hoofdvraag: Hoe zit het met arm en rijk in Nederland?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 2 - Tekstslide

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan
§4  Achterstandswijken verbeteren
Deelvraag: Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden en hoe hangen ze met elkaar samen?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1
Aan het einde van de les:

Kun je de arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan:
  • woningtype, woningprijs en woning eigendom.
  • de bebouwingsdichtheid en de voorzieningen in een wijk.


  • Kun je kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
  • Kun je kenmerken geven van leefbaarheid in Nederlandse stadswijken.

Tijdens de uitleg:
 maak je aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende soorten wijken
Amsterdam is stad met verschillende wijken.
  • Wijk = deel van een stad.

We gaan kijken naar de verschillen tussen arme en rijke wijken



Maak aantekeningen!!

Slide 5 - Tekstslide

Arme wijken
  1. laagbouw/hoogbouw
  2. Grote/kleine huizen
  3. Rijtjeshuis met kleine tuin/vrijstaand huis met ruime tuin 
  4. Brede/smalle straten
Rijke wijken
  1. laagbouw/hoogbouw
  2. Grote/kleine huizen
  3. Rijtjeshuis met kleine tuin/vrijstaand huis met ruime tuin 
  4. Brede/smalle straten
Wat zijn de verschillen?

Slide 6 - Tekstslide

Arme wijken
  1. laagbouw/hoogbouw
  2. Grote/kleine huizen
  3. Rijtjeshuis met kleine tuin/vrijstaand huis met ruime tuin 
  4. Brede/smalle straten
Rijke wijken
  1. laagbouw/hoogbouw
  2. Grote/kleine huizen
  3. Rijtjeshuis met kleine tuin/vrijstaand huis met ruime tuin 
  4. Brede/smalle straten
Wat zijn de verschillen?

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende soorten wijken
Arme wijken
Rijke wijken

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart meten in verschillende wijken
1. Wat is het inkomen? (welvaart)

2.  Zijn er koopwoningen of huurwoningen

3. Wat is de WOZ-Waarde ->waarde van je huis.-->
Maak aantekeningen!!
Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
WOZ-waarde = Waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen volgens de Wet Ontroerende Zaakbelasting (WOZ).

Slide 9 - Tekstslide

Welzijn in de wijk
  • Welzijn: Hoe je je voelt en hoe het met je gaat. 

Welzijn en welvaart hebben altijd met elkaar te maken.

Ben jij het eens met deze stelling?:
"Hoe hoger de welvaart des te hoger het welzijn."

Maak aantekeningen!!

Slide 10 - Tekstslide

Welzijn in de wijken
  • Welzijn is afhankelijk van de leefbaarheid van een wijk.
    Je kunt dat aan verschillende kenmerken van een wijk zien:
  • Bebouwingsdichtheid
  • Groenvoorzieningen
  • Voorzieningen
  • Onderhoud van huizen
  • Veiligheid
Maak aantekeningen!!
Voorzieningen zijn supermarkten, scholen, bioscopen, allerlei gebouwen/bedrijven die jouw voorzien in jouw verschillende (basis)behoeftes

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag
Ga naar Cool
ThiemeMeulenhoff Aardrijkskunde
de geo 3 vmbo-kgt
Ga naar H3 Arm en Rijk in Nederland
Voeg de groepscode toe door op het poppetje rechts boven te klikken:
8M6EP4ML

Ga naar: H3§1: Arm en rijk binnen steden
Maak de opdrachten:
2ab, 3abc, 7abc

Slide 13 - Tekstslide

HERHALING
Paragraaf 
3.1
Arm en rijk binnen steden

Slide 14 - Tekstslide

Een wijk is een deel van een stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Arbeiderswoningen in Nederland zijn voornamelijk gebouwd na de 2e Wereldoorlog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Noem drie kenmerken van een arbeiderswijk

Slide 17 - Open vraag

Noem drie kenmerken van een rijkere wijk

Slide 18 - Open vraag

In een arbeiderswijk vind je vooral...
A
Huurwoningen
B
Koopwoningen

Slide 19 - Quizvraag

In een arbeiderswijk hebben huizen een hoge / lage WOZ - waarde
A
Hoge
B
Lage

Slide 20 - Quizvraag

In een wijk zoals de Karpen vind je vooral...
A
Huurwoningen
B
Koopwonigen

Slide 21 - Quizvraag

In wijk een zoals de Karpen is de WOZ - waarde van huizen....
A
Laag
B
Hoog

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent welvaart?

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent welzijn?

Slide 24 - Open vraag