PTA Schrijfvaardigheid

Klas 4b
Hoe gaat het?
PTA: Herhalen opbouw zakelijke brief +e-mail
PTA: artikel schrijven


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klas 4b
Hoe gaat het?
PTA: Herhalen opbouw zakelijke brief +e-mail
PTA: artikel schrijven


Slide 1 - Tekstslide

Een zakelijke brief is vooral
A
formeel
B
informeel

Slide 2 - Quizvraag

Een zakelijke brief stuur je
A
naar je (beste) vrienden
B
naar bedrijven of instellingen

Slide 3 - Quizvraag

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1 (!)
  • Alinea 2 (!)
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 4 - Tekstslide

Wat zet je in de onderwerpregel van je brief?

Slide 5 - Open vraag

Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 6 - Quizvraag

De inleidende zin
  • Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Sander Bekkema, ik ben 14 jaar oud  zit op het CSE in Zwolle. 
  • Vertel waarom je de brief schrijft: 'Ik schrijf deze brief, omdat...'

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals

Slide 8 - Quizvraag

Het middenstuk
  • Het middenstuk bestaat altijd uit minstens twee alinea's
  • In deze alinea's beschrijf je punten uit de opdracht.
  • Beschrijf de punten kort en bondig.
  • Bedenk er alleen dingen bij als dat in de opdracht gevraagd wordt.
  • Maak alleen gebruik van woorden die je goed kent, dit voorkomt spelfouten! 
  • Maak de zinnen niet te lang.

Slide 9 - Tekstslide

In een zakelijke brief spreek je de geadresseerde aan met 'u'
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Afsluiting
- In de afsluiting rond je de brief netjes af. 

- Benoem wat je verwacht van de geadresseerde.

- Bij een klacht of verzoek bedank je de geadresseerde alvast voor de moeite.

Slide 11 - Tekstslide

Slotformule en je naam
Gebruik de slotformule:
  • Met vriendelijke groet,

Onder 'Met vriendelijke groet' sluit je af met je voor- en achternaam.

Slide 12 - Tekstslide

Welke slotformule gebruik je voor het afsluiten van een zakelijk brief?

Slide 13 - Open vraag

Onderaan de brief schrijf je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 14 - Quizvraag

Even oefenen...

Slide 15 - Tekstslide


Hey hallo,

Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.


Emilio

A
Zakelijke brief
B
Persoonlijke brief

Slide 16 - Quizvraag

Het schrijven van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 

  • Slot van de mail: eigen voor- + achternaam



Slide 17 - Tekstslide

Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Geachte heer/mevrouw, 

Slide 18 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • BCC:
  • Onderwerp::        Het onderwerp van de mail
  • Aanhef                  (Geachte heer, mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............  + reden van schrijven)
  • Kern                        (Behandel de punten)                                Denk aan de alinea's! 
  • Slot                          (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw  voor- en achternaam    

Slide 19 - Tekstslide

Wat weet ik nu?

Slide 20 - Woordweb

Een artikel schrijven !

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet je over een artikel?

Slide 22 - Woordweb

Doel artikel
  • Informatie geven over een bepaald onderwerp.
  • De tekst bevat vooral feiten en het is belangrijk dat je kan controleren waar de informatie vandaan komt.

Voorbeelden van artikelen zijn:
  • Een verslag van een festival in de krant of op een nieuwssite
  • Een tekst over games in een (online) magazine

Slide 23 - Tekstslide

Opbouw artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je naam onder het artikel

Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 24 - Tekstslide

Een lange tekst schrijven, hoe pak jij dat aan?

Slide 25 - Open vraag

Maak een schrijfplan
  • Bepaal het onderwerp
  • Bepaal je schrijfdoel
  • Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
  • Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten (zorg dat de verplichte inhoud is verwerkt in het schrijfschema)
  • Bepaal de opbouw (inleiding, kern en slot)

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld schrijfplan
  • Bepaal het onderwerp
  • Bepaal je schrijfdoel
  • Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
  • Verzamel informatie
  • Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten
  • Bepaal de opbouw: (inleiding, kern en slot)

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Jullie gaan een artikel schrijven voor het huis aan huis blad.

Slide 28 - Tekstslide

Achtergrondinformatie
XTC is populair in heel Nederland. In 1988 werd XTC officieel een harddrug en dus verboden. Maar is XTC wel zo schadelijk? 

Slide 29 - Tekstslide

Ben je voor de legalisatie van XTC?
A
Ja, ik ben voor de legalisatie van XTC.
B
Nee, ik ben tegen de legalisatie van XTC.

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

Argumenten...
Je krijgt 10 minuten om (nieuwe) argumenten te bedenken /
op te zoeken die jouw mening kunnen ondersteunen. 

timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Noem een argument voor jouw mening. Doe dat zo: Ik ben voor, want ...
of ik ben tegen, want...

Slide 34 - Open vraag

inleiding
middenstuk
slot
aanleiding
vraag stellen
anekdote
deelonderwerpen
voorbeelden
uitleg
advies
samenvatting
toekomstverwachting
antwoord
conclusie

Slide 35 - Sleepvraag

Schrijf een artikel voor de website van school.
Gebruik daarvoor de gegevens die je deze les hebt verzameld. Wanneer je niet alle gegevens hebt, moet je die zelf bedenken of opzoeken. Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende punten:

  • de aanleiding om het artikel te schrijven;
  • jouw ervaring met XTC;
  • twee voordelen van de legalisatie van XTC;
  • twee nadelen van de legalisatie van XTC;
  • wat volgens jou beter is: wel of geen legalisatie van XTC;
  • twee argumenten die jouw mening ondersteunen;
  • wat je hoopt te bereiken met je artikel.

Maak er een samenhangend geheel van én zet er een passende titel boven. Zet je voor- en achternaam onder het artikel.

Slide 36 - Tekstslide

Lesdoel behaald? 
  • weet ik hoe een artikel eruit ziet;
  • weet ik dat het schrijven van een artikel op het examen aan bod kan komen;
  • argumenten zoeken en/of benoemen die mijn mening ondersteunen;
  • een schrijfplan uitwerken aan de hand van een aantal gegeven punten (gestuurde opdracht); 
  • een artikel schrijven met een titel, inleiding, middenstuk en een slot.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide