Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Sander Bekkema, ik ben 14 jaar oud zit op het CSE in Zwolle.
Vertel waarom je de brief schrijft: 'Ik schrijf deze brief, omdat...'
Slide 7 - Tekstslide
Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals
Slide 8 - Quizvraag
Het middenstuk
Het middenstuk bestaat altijd uit minstens twee alinea's
In deze alinea's beschrijf je punten uit de opdracht.
Beschrijf de punten kort en bondig.
Bedenk er alleen dingen bij als dat in de opdracht gevraagd wordt.
Maak alleen gebruik van woorden die je goed kent, dit voorkomt spelfouten!
Maak de zinnen niet te lang.
Slide 9 - Tekstslide
In een zakelijke brief spreek je de geadresseerde aan met 'u'
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Afsluiting
- In de afsluiting rond je de brief netjes af.
- Benoem wat je verwacht van de geadresseerde.
- Bij een klacht of verzoek bedank je de geadresseerde alvast voor de moeite.
Slide 11 - Tekstslide
Slotformule en je naam
Gebruik de slotformule:
Met vriendelijke groet,
Onder 'Met vriendelijke groet' sluit je af met je voor- en achternaam.
Slide 12 - Tekstslide
Welke slotformule gebruik je voor het afsluiten van een zakelijk brief?
Slide 13 - Open vraag
Onderaan de brief schrijf je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 14 - Quizvraag
Even oefenen...
Slide 15 - Tekstslide
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Emilio
A
Zakelijke brief
B
Persoonlijke brief
Slide 16 - Quizvraag
Het schrijven van namen
Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
In de aanhef gebruik je alleen de achternaam
Slot van de mail: eigen voor- + achternaam
Slide 17 - Tekstslide
Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Geachte heer/mevrouw,
Slide 18 - Tekstslide
Conventies zakelijke e-mail
Aan:
CC:
BCC:
Onderwerp:: Het onderwerp van de mail
Aanhef (Geachte heer, mevrouw,)
Inleiding (Mijn naam is............. + reden van schrijven)
Kern (Behandel de punten) Denk aan de alinea's!
Slot (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw voor- en achternaam
Slide 19 - Tekstslide
Wat weet ik nu?
Slide 20 - Woordweb
Een artikel schrijven !
Slide 21 - Tekstslide
Wat weet je over een artikel?
Slide 22 - Woordweb
Doel artikel
Informatie geven over een bepaald onderwerp.
De tekst bevat vooral feiten en het is belangrijk dat je kan controleren waar de informatie vandaan komt.
Voorbeelden van artikelen zijn:
Een verslag van een festival in de krant of op een nieuwssite
Een tekst over games in een (online) magazine
Slide 23 - Tekstslide
Opbouw artikel
Plaats boven je artikel een passende titel
In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
Zet je naam onder het artikel
Al deze onderdelen zijn losse alinea's!
Slide 24 - Tekstslide
Een lange tekst schrijven, hoe pak jij dat aan?
Slide 25 - Open vraag
Maak een schrijfplan
Bepaal het onderwerp
Bepaal je schrijfdoel
Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
Bepaal de volgorde van de deelonderwerpenof argumenten (zorg dat de verplichte inhoud is verwerkt in het schrijfschema)
Bepaal de opbouw (inleiding, kern en slot)
Slide 26 - Tekstslide
Voorbeeld schrijfplan
Bepaal het onderwerp
Bepaal je schrijfdoel
Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
Verzamel informatie
Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten
Bepaal de opbouw: (inleiding, kern en slot)
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag
Jullie gaan een artikel schrijven voor het huis aan huis blad.
Slide 28 - Tekstslide
Achtergrondinformatie
XTC is populair in heel Nederland. In 1988 werd XTC officieel een harddrug en dus verboden. Maar is XTC wel zo schadelijk?
Slide 29 - Tekstslide
Ben je voor de legalisatie van XTC?
A
Ja, ik ben voor de legalisatie van XTC.
B
Nee, ik ben tegen de legalisatie van XTC.
Slide 30 - Quizvraag
https:
Slide 31 - Link
https:
Slide 32 - Link
Argumenten...
Je krijgt 10 minuten om (nieuwe) argumenten te bedenken / op te zoeken die jouw mening kunnen ondersteunen.
timer
10:00
Slide 33 - Tekstslide
Noem een argument voor jouw mening. Doe dat zo: Ik ben voor, want ... of ik ben tegen, want...
Slide 34 - Open vraag
inleiding
middenstuk
slot
aanleiding
vraag stellen
anekdote
deelonderwerpen
voorbeelden
uitleg
advies
samenvatting
toekomstverwachting
antwoord
conclusie
Slide 35 - Sleepvraag
Schrijf een artikel voor de website van school.
Gebruik daarvoor de gegevens die je deze les hebt verzameld. Wanneer je niet alle gegevens hebt, moet je die zelf bedenken of opzoeken. Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende punten:
de aanleiding om het artikel te schrijven;
jouw ervaring met XTC;
twee voordelen van de legalisatie van XTC;
twee nadelen van de legalisatie van XTC;
wat volgens jou beter is: wel of geen legalisatie van XTC;
twee argumenten die jouw mening ondersteunen;
wat je hoopt te bereiken met je artikel.
Maak er een samenhangend geheel van én zet er een passende titel boven. Zet je voor- en achternaam onder het artikel.
Slide 36 - Tekstslide
Lesdoel behaald?
weet ik hoe een artikel eruit ziet;
weet ik dat het schrijven van een artikel op het examen aan bod kan komen;
argumenten zoeken en/of benoemen die mijn mening ondersteunen;
een schrijfplan uitwerken aan de hand van een aantal gegeven punten (gestuurde opdracht);
een artikel schrijven met een titel, inleiding, middenstuk en een slot.