5 vwo - week 4 les 2 [zelfstandige werkles]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans

Slide 1 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


      Leerdoelen
  1. Ik ken woorden die te maken hebben met stress en gezondheid.
  2. Ik kan hoofdpunten volgen van een informele, uitgebreide discussie die rondom mij wordt gevoerd.

Slide 2 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Kijk- & luistervaardigheid
1. Globaal luisteren

  • Wat is het onderwerp van de reportage?
  • Wat is het doel van de spreker (informeren, overtuigen, amuseren)?
  • Namen, plaatsen, data en termen die vaker worden herhaald.
  • Let op ontkenningen, meningen en vergelijkingen!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chapitre 5 (Nihad)

Slide 4 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Au travail


  • Réponds aux questions directrices de chapitre 4 et 5.
1. Germinal


  • Fais lire A: exercice 5, 6, 7, 8 page 50-52
2. Lire A


  • Apprends les mots de vocabulaire A
  • Décris une situation dans laquelle tu as ressenti du stress.
3. Vocabulaire A

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exemple

Slide 7 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Écrire

Slide 8 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aan het werk
Enregistrez votre dialogue [une situation stressante] et rendez-le sur Teams. 
En groupe de deux
Aide: dictionnaire FR-NL / NL-FR
Tu as fini? Lire A: fais exercice 5, 6, 7, 8 page 50-52
Jusqu'au fin de cours.

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Afsluiting
Volgende les:
  • Lis chapitre 5 et 6 de Germinal.
  • Réponds aux questions directrices de Germinal de chapitre (3) et 4.
  • Nihad: Chapitre 5
  • Jedidah & Zuriel: Chapitre 6

Volgende week:
  • • Lire A ex 5, 6, 7, 8 page 50-52

Slide 10 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

La révolution industrielle
La révolution industrielle est le passage de la fabrication manuelle à la fabrication mécanique, qui s'est accompagné de changements organisationnels et sociaux à grande échelle, caractérisés par une explosion du nombre d'usines, de la taille des villes et de la formation d'une quatrième classe, le prolétariat.
Le prolétariat = 
Classe sociale des prolétaires.
Le prolétariat urbain, ouvrier ; rural.

Slide 11 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le Romantisme (1820-1850)
Caractéristiques principales :
  • Exaltation des sentiments, de l’imaginaire et de la nature.
  • Opposition aux règles classiques du XVIIe siècle (Classicisme).
  • Recherche de l’évasion, du sublime, et exploration de thèmes comme l’amour, la mort, la solitude, ou la quête de soi.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Victor Hugo : Notre-Dame de Paris, Les Contemplations.
  2. Alfred de Musset : Lorenzaccio, Les Nuits.
  3. Alphonse de Lamartine : Méditations poétiques.
  4. Gérard de Nerval : Les Chimères.

Slide 13 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Réalisme (1850-1870)
Caractéristiques principales :
  • Représentation fidèle de la réalité sociale.
  • Refus de l’idéalisation du Romantisme.
  • Analyse des mœurs, des classes sociales, et de la condition humaine.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Honoré de Balzac : La Comédie humaine (cycle comprenant Le Père Goriot, Eugénie Grandet).
  2. Gustave Flaubert : Madame Bovary, L’Éducation sentimentale.
  3. Stendhal : Le Rouge et le Noir, La Chartreuse de Parme.

Slide 14 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Naturalisme (1850-1900)
Le naturalisme s'est développé à partir du réalisme, mais mettait davantage l'accent sur une approche scientifique et déterministe de la vie humaine
Les naturalistes croyaient que l'homme est déterminé par:
  • son hérédité
  • son environnement 
  • sa classe sociale
Émile Zola est une figure importante et le plus célèbre du naturalisme dans la littérature, avec son roman Germinal considéré comme l'un des plus grands chefs-d'œuvre du mouvement. Le naturalisme a aussi influencé d'autres formes d'art, comme le théâtre et la peinture.
Ils cherchaient à montrer la réalité brute, souvent sans optimisme ni embellissement. L'idée principale était que l'être humain était façonné par des forces qu'il ne pouvait pas contrôler.

Slide 15 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Symbolisme (1880-1900)
Caractéristiques principales :
  • Rejet du Réalisme et du Naturalisme.
  • Recherche de la beauté et du mystère à travers des symboles.
  • Exploration du rêve, de la spiritualité, et de l’inconscient.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Charles Baudelaire : Les Fleurs du mal.
  2. Paul Verlaine : Poèmes saturniens.
  3. Arthur Rimbaud : Une saison en enfer, Illuminations.
  4. Stéphane Mallarmé : L’Après-midi d’un faune.

Slide 16 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
    Begrippen uit deze les?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies