In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
3.8 DNA-technieken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
- Aan het eind van de les kan je voorbeelden van biotechnologie noemen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is biotechnologie?
Biotechnologie: technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.
Slide 3 - Tekstslide
Biotechnologie
Slide 4 - Tekstslide
Voedsel waarbij biotechnologie wordt gebruikt:
Gisten helpen bij het laten rijzen van brood en produceren van alcohol
Melkzuurbacteriën helpen bij het maken van - yoghurt, kaas en karnemelk
Slide 5 - Tekstslide
Het veranderen van DNA
Recombinant-DNA-technieken: hierbij wordt er in het DNA van een organisme nieuwe erfelijke informatie aangebracht (bijv. DNA afkomstig van een ander soort organisme): bijv. voor insuline
De veranderde organismen kunnen voor de mens nieuwe of goedkopere voedingsmiddelen, geneesmiddelen of hormonen produceren.
Slide 6 - Tekstslide
Crispr-cas
Hier worden gericht wijzigingen aangebracht in genen van een organisme. Ook wel gene- editing (aanpassing) genoemd.
Gentherapie is het gebruik van
gene- editing om kapotte genen te repareren.
Slide 7 - Tekstslide
Genetische modificatie
Het aanpassen van erfelijke eigenschappen van organismen door mensen
(bijv. met behulp van recombinant-DNA-technieken
Slide 8 - Tekstslide
Genetisch modificatie
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Genetische modificatie: de mens verandert de erfelijke eigenschappen van andere soorten organismen.
Transgeen: de naam van de organismen die genetisch gemodificeerd worden.
Slide 12 - Tekstslide
Transgeen: de naam van de organismen die genetisch gemodificeerd worden
Slide 13 - Tekstslide
transgeen
Slide 14 - Tekstslide
Een organisme waarvan het DNA is aangepast wordt ook wel TRANSGEEN genoemd
Slide 15 - Tekstslide
Waar zijn rechercheurs naar opzoek op de plaats delict van een misdaad?
timer
0:40
Slide 16 - Open vraag
Misdaden oplossen en bestrijden met DNA onderzoek.
Elk mens heeft zijn eigen unieke DNA. Deze kan je halen uit de cellen in je bloed, sperma, huidschilvers, haar.
Het zichtbaar maken van het DNA als een patroon van strepen en banden.
Uit het DNA kunnen ze het fenotype achterhalen.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wie was hier de dader?
A
verdachte 1
B
verdachte 2
C
verdachte 3
D
het slachtoffer
Slide 19 - Quizvraag
Opdrachten
Maak opdr. 1 tm 5
Klaar? Maak opdr. 6 en 7 en/of ga alles nakijken of ga de begrippen oefenen
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat is biotechnologie?
A
Het inbrengen van nieuwe informatie in Bacteriën
B
een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.
Slide 22 - Quizvraag
Bij biotechnologie gebruiken wij organismen om producten voor ons te maken. Wat voor soort producten en middelen worden er geproduceerd met biotechnologie?
timer
0:45
Slide 23 - Open vraag
Bij genetische modificatie verandert de mens de erfelijke informatie van andere soorten. Hoe heet de techniek die we daarvoor gebruiken?
A
Biotechnologie
B
Recreatief-DNA-techniek
C
Genetische modificatie
D
Recombinant-DNA-techniek
Slide 24 - Quizvraag
Hoe noemen we een genetisch gemodificeerd organisme?