Examentraining aardrijkskunde

Examentraining 

Aardrijkskunde

Domeinen:
Vaardigheden
Wereld
Aarde
Ontwikkelingsland
Leefomgeving

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 

Aardrijkskunde

Domeinen:
Vaardigheden
Wereld
Aarde
Ontwikkelingsland
Leefomgeving

Slide 1 - Tekstslide

Welke vragen hebben jullie?

Slide 2 - Woordweb

Vaardigheden
Vaardigheden
Kaarten:
  • selecteren
  • lezen
  • analyseren
  • interpreteren
  • maken
Geografische vragen:
  • beschrijvende
  • verklarende 
  • voorspellende
  • waarderende
  • oplossende 
Geografische vragen beantwoorden:
  • vergelijken
  • relaties leggen 
  • dimensies 
  • geografische  context
  • ruimtelijke schalen

Slide 3 - Tekstslide

Kaarten
Kaarten:
  • selecteren
  • lezen
  • analyseren
  • interpreteren

Slide 4 - Tekstslide

Geografische vragen:
  • beschrijvende - Geef in drie stappen weer hoe neerslag ontstaat in een laag drukgebied.
  • verklarende ( leg uit / verklaar / geef een reden)- oorzaak - gevolg vraag!
  • voorspellende - geef een voorspelling die wordt onderbouwd met de huidige situatie
  • waarderende - Geef een waardering over een keuze of beslissing
  • oplossende - Een mogelijke uitkomst 

Slide 5 - Tekstslide

Beantwoorden
  • Check het punten aantal! bij 2 punten is het vaak dat je antwoord uit 2 delen bestaat!
  • Staat er 'gebruik de bron' of gebruik het kaartenkatern, dan komt (een deel van) je antwoord absoluut letterlijk uit de bron/kaartenkatern
  • Herhaal onderdelen uit de vraag
  • Noteer helder de antwoorden: -        -  

Slide 6 - Tekstslide

Ruimtelijke dimensies
Politieke dimensie
Economische dimensie
Sociaal-culturele dimensie (demografische)
Natuurlijke / fysische dimensie 

Er wordt van je verwacht dat je uit bovenstaande invalshoeken kunt kijken om vragen te beantwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld vraag
Ontbossing in de tropen is de laatste jaren hard gegaan, ondanks dat de veel landen kritiek uiten op het beleid in deze landen. Welke invloed heeft ontbossing op Brazilië. Gebruik in je antwoord de verschillende dimensies!
antwoord
Politiek: De Braziliaanse politiek heeft een aantal gebieden aangewezen als nationaal park en is hierdoor beschermt, echter is het beleid nu niet streng genoeg en wordt er zelfs aangemoedigd door de president om delen te kappen.

Economisch: In het regenwoud worden delen gekapt ten behoeve van landbouwgrond of grondstoffen. Het hout wordt verkocht en de landbouwproductie levert ook geld op. 

Sociaal-cultureel: In deze gebieden kunnen inheemse stammen leven en zij moeten gaan verhuizen. 

Natuurlijk: De ontbossing zorgt ervoor dat er een leefgebied verloren gaat. Ook is er veel uitstoot van CO2 wat vrij komt. 

Slide 8 - Tekstslide

Schaalniveaus
Op mondiale schaal behoort Spanje tot een centrum land. Kijk je echter op continentaal niveau dan zou je Spanje kunnen neerzetten als semi-periferie land. Leg dit uit!
antwoord
Op mondiaal niveau is Spanje een rijk welvarend land. Het bbp per hoofd ligt veel hoger ten opzichte van andere landen. 
Kijk je naar Europa (continentaal) dan is Spanje minder welvarend en zijn bijvoorbeeld Duitsland, Nederland en Noorwegen qua bbp per hoofd beter. 

Slide 9 - Tekstslide

Globalisering
Globalisering
In de staalindustrie heeft tussen 1985 en 2015 global shift
plaatsgevonden.
Toon dit aan met bron 1. 
antwoord
maximumscore 2
Uit het antwoord moet blijken dat
• het aandeel in de staalproductie van centrumlanden (zoals Duitsland /Italië / Verenigde Staten / Frankrijk / Groot-Brittannië) tussen 1985 en
2015 is afgenomen 1pt
en het aandeel in de staalproductie in semi-perifere landen (zoals
China / India) is toegenomen 1pt

Slide 10 - Tekstslide

Wereldwijd worden zo’n 7.000 verschillende talen gesproken. De taal die
op mondiale schaal als lingua franca wordt gezien, is niet de taal die door
de meeste mensen als eerste taal wordt gesproken.
Noem de taal
- die op mondiale schaal wordt gezien als lingua franca;
- die door de meeste mensen als eerste taal wordt gesproken
antwoord
- Engels
- Chinees (Manderijn)

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik bron 1 en de atlas.
Bron 1 toont een lijst van zes landen waar de meeste talen worden
gesproken. Behalve Papoea Nieuw-Guinea hebben deze landen een
gemeenschappelijk demografisch kenmerk.

Geef aan
- welk demografisch kenmerk dit is;
- waardoor juist in Papoea Nieuw-Guinea zo veel verschillende talen
konden ontstaan. 
antwoord
 maximumscore 2
• Het zijn landen met veel inwoners 1pt.
• In Papoea Nieuw-Guinea zijn veel moeilijk toegankelijke gebieden
waar bevolkingsgroepen langdurig in afzondering konden leven (en in
de loop der tijd eigen talen ontwikkelden) 1pt.

Slide 12 - Tekstslide

In Europese landen wordt vaak één gemeenschappelijke voertaal
gesproken, terwijl de diversiteit aan talen in Afrikaanse landen vaak veel
groter is (zie bron 1).

Beredeneer dit vanuit de politieke dimensie. 
antwoord
maximumscore 2
Uit de redenering moet blijken dat
• in Europa eenheidsstaten zijn ontstaan / natiestaten zijn ontstaan / het proces van nation building al (eeuwen)lang gaande is (en er dus vaak ook een gemeenschappelijke taal wordt gesproken) 1pt.
• terwijl in Afrika tijdens (en na) de (de)kolonisatie landen zijn ontstaan
waarbij verschillende etnische groepen in één land terechtkwamen /het proces van nation building een veel minder lange geschiedenis kent (en de diversiteit aan talen dus groter is) 1pt.

Slide 13 - Tekstslide

In (semi-)perifere landen neemt het aantal gesproken talen door
globalisering af, terwijl in centrumlanden juist steeds meer verschillende
talen worden gesproken.

Geef aan dat door globalisering het aantal gesproken talen
- In (semi-)perifere landen afneemt;
- In centrumlanden toeneemt. 
antwoord
maximumscore 2
• In (semi-)perifere landen wordt de invloed van mondiale talen (als het
Engels, Spaans of Arabisch) steeds groter (en daardoor neemt het
aantal gesproken talen af) 1pt.
• In centrumlanden neemt het aantal gesproken talen door immigratie toe 1pt.

Slide 14 - Tekstslide

Endogene & Exogene processen
Endogene processen:
Vulkanisme - aardbevingen - gebergtevorming

Exogene processen:
verwering - erosie - sedimentatie

Slide 15 - Tekstslide

Verschuivingen
divergent - convergent (subductie) - transform

<---/--->
---><----
----->
<-----

Slide 16 - Tekstslide

divergerende beweging
convergerende beweging
midoceanische ruggen
stratovulkanen
schildvulkanen
explosieve eruptie
Tsunami`s
caldera`s
effusieve eruptie
plooiings-gebergten
breukgebergten

Slide 17 - Sleepvraag

Hieronder staan vier soorten gesteenten:

 basalt;
 marmer;
 graniet;
 zandsteen.

Beredeneer in welk van deze gesteenten het fossiel van de T-Rex is gevonden. 
antwoord
maximumscore 2
Een juiste redenering is:
• Een goed bewaard fossiel zoals dat van de T-Rex kan alleen zijn
bewaard in een sedimentgesteente (dat op land gevormd is) 1pt.
• en van de vier soorten gesteenten is alleen zandsteen een
sedimentgesteente 1 pt.

Slide 18 - Tekstslide

Brazilië
Bevolking

Oud kolonie van Portugal gevolg mestizering.

Verstedelijkingsgraad is hoog. Veel Favela`s. 

Onmiskenbare welvaartsverschillen te zien in etniciteit! Elite vaak grootgrondbezitters en van blanke afkomst!

Bevolkingsgroei neemt af door toename van welvaart en gezinsplanning. Verschilt nog wel per regio!
Sociaal-geografisch
Economie

Brazilië behoort tot de Bric`s. Het bbp per hoofd past bij een semi-periferie land. 

Met brp per hoofd wordt duidelijk dat er grote verschillen zijn. 

Met de lorenzcurve is de inkomensongelijkheid goed te zien.  De informele sector is sector.

Handelsbalans is vaak positief. Export voornamelijk landbouwproducten en grondstoffen. Import consumptiegoederen. 

Slide 19 - Tekstslide

Tussen 1960 en 2010 is in Brazilië het gemiddeld aantal kinderen per
vrouw afgenomen. De Braziliaanse regering heeft invloed op deze afname
gehad. 

Geef twee manieren waarop de Braziliaanse regering gezinsplanning
heeft beïnvloed. 
antwoord
maximumscore 2
Juiste manieren zijn:
− De regering heeft ingezet op een verbetering van het onderwijs (voor
met name meisjes).
− De regering heeft ervoor gezorgd dat (bijna) alle huishoudens toegang
kregen tot televisie / internet.
− De regering programmeert telenovelas op televisie (waarin succesvolle
vrouwen met een of twee kinderen de norm zijn).

Slide 20 - Tekstslide

De daling van het aantal kinderen per vrouw in Brazilië aan het eind van de vorige eeuw heeft geleid tot een verandering in de leeftijdsopbouw.

Leg uit dat de veranderde leeftijdsopbouw de economische groei nu stimuleert. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
antwoord
maximumscore 2
Een juiste uitleg is:
• Het aandeel mensen in de productieve leeftijd is toegenomen / De
demografische druk is afgenomen (oorzaak) 1pt.
• waardoor minder kosten gemaakt hoeven te worden voor het niet productieve deel van de bevolking (of voorbeelden daarvan) (gevolg) 1pt.

Slide 21 - Tekstslide

Fysisch-geografisch
Brazilië heeft vooral tropische en subtropische klimaten.
Passaatwinden, verschuiven van ITCZ en reliëf zorgen voor enkele verschillen. 

Slide 22 - Tekstslide

Wateroverlast
Water

Slide 23 - Tekstslide

De waterscheiding
De waterscheiding
Wat zien we hier allemaal?


Benedenloop
Middenloop
bovenloop

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Verval van een rivier
Een rivier stroomt altijd van een berg naar de zee / meer.

Verval is het verschil in hoogte tussen 2 punten van een rivier.
Voorbeeld de Rijn begint op 3250 meter hoogte en bij IJsselstein stroomt de rivier op 5 meter hoogte. 
Het verval is dan 3245 meter. 

Slide 26 - Tekstslide

Nu verhang
De maas stroomt in Maastricht 45 meter hoogte en in Rotterdam op 1 meter hoogte. 
Afstand tussen Maastricht en Rotterdam is 250 kilometer.
Wat is het verval? 
Wat is het verhang


Het gemiddelde verval per kilometer.
antwoord
44 / 250= 0,18 meter per kilometer

Slide 27 - Tekstslide

Dwarsprofiel

Slide 28 - Tekstslide

Maatregelen tegen hoogwater
  • Verlaging uiterwaarden
  •  Nevengeulen aanleggen
  • Verwijderen van obstakels die het water stuwen
  • Dijken landinwaarts verleggen / uiterwaarden worden breder
  • Retentie gebieden aanleggen
  • Zomerbedverdieping

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Laatste tips bij CE
Lees de vraag goed. 
Een vraag bestaat uit 2 delen. Een intro/kop en vervolgens de vraagzin.
- De vraagzin bevat signaalwoorden:
Woorden die iets zeggen over de eisen waaraan het antwoord moet voldoen. Denk daarbij aan woorden als: geef aan/noem, beschrijf, leg uit, verklaar, beredeneer, beargumenteer en beoordeel.

Woorden die inhoudelijk richting geven aan het antwoord. Denk daarbij aan woorden als: demografisch, politiek, economisch, cultureel en fysisch- of sociaal-geografisch , situatiebeschrijving en gebiedskenmerken. Deze woorden geven de insteek/inhoudelijke richting van je antwoord aan.

Het goed lezen van een vraag is cruciaal. Lees daarbij eerst de hele opgave door en bekijk de bronnen. Dan heb je al een globaal beeld waar de opgave over gaat en wat er van je gevraagd wordt. Het voorkomt dat je te impulsief en onvolledig antwoordt.

Slide 31 - Tekstslide

Laatste tips bij CE
Vragen beantwoorden

Het kan gebeuren dat je het goede antwoord op een vraag weet, maar het onhandig en onvolledig opschrijft. Dat kost punten. Ga dus eerst goed na wat er precies gevraagd wordt. Bijvoorbeeld er staat de volgende aanwijzing in de vraag: Leg dit uit. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Schrijf dan meteen onder elkaar Oorzaak en Gevolg.

Slide 32 - Tekstslide