3.2 - B - Het ancien régime

3.2 Het Ancien Régime
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Het Ancien Régime

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Privileges
  • Ancien Regime
  • Quiz
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke privileges en plichten de standen hadden en uitleggen waarom dit leidde tot ontevredenheid   

  • Je kunt uitleggen wat het ancien régime is. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van de
vorige les?

Slide 4 - Woordweb

Privileges (1)
  • Eerste en de tweede stand hadden voorrechten :
    - geen belasting betalen
    - eigen rechtbank 
    - adel een geestelijkheid bezaten grond. 

  • Derde stand had geen privileges
    - moesten wel belasting betalen. 
    - kregen zwaardere straffen. 
    - boeren moesten gratis werken op het land van de heer. 

Slide 5 - Tekstslide

Privileges (2)
  • Als de belastingen werden verhoogd moesten boeren dat betalen. 

  • Ook bij een mislukte oogst moesten boeren belasting betalen. 

  • Rijke burgers konden wel belasting betalen, maar wilden daarvoor graag inspraak in het bestuur. 

  • Kortom: ontevredenheid overheerst!

Slide 6 - Tekstslide

Het Ancien Régime
  • Ancien Régime: bij het bestuur van Frankrijk kreeg de koning hulp van de adel en de geestelijkheid. 

  • In 1788 dreigde het bestuur failliet te gaan want de koning gaf geld uit aan oorlogen en het luxe leven. Hierdoor liepen de schulden op.  Belasting verhogen was bijna onmogelijk. 

  • Koning riep Staten-Generaal bijeen om meer belastingen kunnen heffen, maar de drie standen kregen ruzie. 
    - De eerste en de tweede stand maakten nog geen 2% van de bevolking uit.
    - De eerste en de tweede stand hadden voorrechten. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welk nadeel hadden leden van de derde stand?
A
Ze konden niet zo rijk worden als edelen.
B
Ze mochten geen priester worden.
C
Ze konden geen machtige positie in het bestuur of leger krijgen.
D
Ze konden geen grond bezitten.

Slide 9 - Quizvraag

De eerste en tweede stand hadden privileges ofwel voorrechten.
Welke privileges hadden zij?
A
Alleen zij mochten land bezitten.
B
Alleen zij konden een functie in de kerk krijgen.
C
Zij hoefden geen belasting te betalen.
D
Ze kregen lagere straffen dan leden van de derde stand.

Slide 10 - Quizvraag

Rijke burgers betaalden belastingen.
Wat wilden zij daarvoor in ruil?
A
Meer grondbezit
B
Handelscontacten
C
Een hoge positie in het leger
D
Inspraak in het bestuur

Slide 11 - Quizvraag

Met welke twee problemen kreeg koning Lodewijk XVI bij zijn aantreden te maken?
A
De derde stand wilde liever een andere koning kiezen.
B
Voorgangers hadden veel geld uitgegeven aan oorlogen en luxe.
C
Het verhogen van de belastingen was bijna onmogelijk.
D
Frankrijk was in oorlog met andere Europese landen.

Slide 12 - Quizvraag

Lodewijk XVI riep op 5 mei 1789 de Staten-Generaal, de vergadering van de drie standen, bijeen. Dit was sinds 1614 niet meer gebeurd. De leden van de derde stand kwamen in kleding die in 1614 in de mode was.
A
Door de hoge belastingen konden mensen van de derde stand nauwelijks nieuwe kleren kopen.
B
De derde stand vond de mode van 1789 veel te kostbaar in deze slechte economische tijden.
C
De derde stand wilde aangeven dat het economisch net zo slecht ging als in 1614.
D
De derde stand protesteerde dat de koning sinds 1614 al alleen regeerde.

Slide 13 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke privileges en plichten de standen hadden en uitleggen waarom dit leidde tot ontevredenheid   

  • Je kunt uitleggen wat het ancien régime is. 

Slide 14 - Tekstslide