wk 16 4.4 Ancien Regime

• geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

4.4 Het Ancien Régime

Vandaag

1. FT maken in LessonUp.(15min)
2. Uitleg paragraaf 4.4 (15 min).
3. Afsluiting (5 min.)

Leerdoel

• Na deze les weet ik hoe  de franse bevolking leefde aan de vooravond van de franse revolutie.
  
  
• Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat het ancien regime is.

Vooruitblik

Vooruitblik, i- uren volgende week

Inschrijfuur 1, woensdag 8ste uur:

Inschrijfuur 2, donderdag 7de uur:

Inschrijfuur 3, donderdag 8ste uur:

Formatieve Toets

Boeken weg
schrift weg

Je hebt 15 min. om de toets te maken
Ik deel zo de toets uit via LessonUp.

Het Ancien Régime

Het Ancien Regime was de oude standenmaatschappij van Frankrijk waarbij de koning boven de standen staat en de meeste macht had. 

De standenmaatschappij heb je in de brugklas gehad, weet jij het nog? 

Staat boven de standen.

1

2

3

Geestelijkheid

Boeren en burgers

Koning

Adel

De 1e stand

• De geestelijkheid: de mensen van de kerk.
  Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten) en stonden de machthebbers dikwijls bij.
• Hoge geestelijken (uit de adel) en lage geestelijken (dorpspastoren, monniken,... uit de derde stand)

• De hoge geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters
  
  
• Ze waren vrijgesteld van belastingen

De 2e stand: de Adel

• De edelen: de mensen van adel.
  Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land.
  Zij leidden dikwijls een luxueus leven (maar niet altijd) en hadden veel rechten (en maar weinig plichten).
  
• Hoge adel (grootgrondbezitters) en lage adel (plaatselijke heren, ridders, baronnen,...)

• Zij stonden dikwijls de vorst bij. Maar Lodewijk XIV vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
  
• Zij deden niet aan handel

De 3e stand

• De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

• De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.

Herhaling

De standenmaatschappij

De standenmaatschappij was oneerlijk. 

De eerste twee standen hadden privileges (voorrechten), waar de derde stand vooral plichten had. 

In het volgende filmpje word uitgelegd hoe dat kwam.

Tijdens de verlichting kwam er kritiek op de standenmaatschappij, in strijd met welk verlichtingsideaal (4.2) is de standenmaatschappij?

1. Vrijheid
2. Broederschap
3. Gelijkheid
4. volkssoevereiniteit

Samenvatting 

De volgende dia is een sleepvraag, dit vormt een samenvatting van de paragraaf.

 
Tip: Neem hem over in je aantekeningenschrift. 

Geestelijkheid

Adel

Boeren 
en 
Burgers

Bidden voor iedereen

Veiligheid bieden

Belasting betalen

10% aan de kerk betalen

Gratis op het land van edelman werken

Veiligheid

vrijstelling van belasting

hun land wordt bewerkt

privileges 

- vrijstelling van belasting

- veiligheid

- privileges

Tevreden

Tevreden

Ontevreden

Sleep de kenmerken naar de juiste standen

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

De geestelijken

De adel

De boeren

Moest vechten

Moest werken

Moest bidden

Wat ik nu snap:

1 min

Wat ik nog niet snap is....

1 min

Voor mij zijn de leerdoelen behaald

😒🙁😐🙂😃