thema toets thema 6 Engels vooraf

toets Engels vooraf
Thema 6 Contact 
versie A
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerroute 2Leerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

toets Engels vooraf
Thema 6 Contact 
versie A

Slide 1 - Tekstslide

welk woord past het best bij het plaatje
A
happy
B
angry
C
sad
D
scared

Slide 2 - Quizvraag

welk woord past het best bij het plaatje
A
dinner
B
dentist
C
work
D
shopping

Slide 3 - Quizvraag

welk woord past het best bij het plaatje?
A
bag
B
couch
C
money
D
phone

Slide 4 - Quizvraag

sleep het Nederlandse woord naar de engelse vertaling
Tomorrow
daughter
stupid
messages
angry
again
there

dinner
wrong
only
daar
berichtjes
weer
verkeerd
morgen

avondeten
alleen maar
dochter
boos

stom

Slide 5 - Sleepvraag

hoe zeg je het woord dat in hoofdletters geschreven staat in het engels?

Slide 6 - Tekstslide

MET Bill Wyman.
A
this is
B
that is
C
there is
D
where is

Slide 7 - Quizvraag

Hello Bill. HOE GAAT HET?
A
Where are you?
B
What are you?
C
How are you?
D
Who are you?

Slide 8 - Quizvraag

IK ZOU GRAAG to make an appointment.
A
I would know
B
I don't like
C
I would like
D
I don't know

Slide 9 - Quizvraag

I am sorry. Mr Henry is not in NU.
A
left now
B
right now
C
don't now
D
wrong now

Slide 10 - Quizvraag

Do you know HOE LAAT we have dinner?
A
how time
B
what late
C
how late
D
what time

Slide 11 - Quizvraag

IK KEN NIET any Margaret Mitchell. Wrong number?
A
you would know
B
we would know
C
I don't know
D
We don't know

Slide 12 - Quizvraag

hoe zeg je deze zinnen in het engels?

Slide 13 - Tekstslide

Is de afspraak in maart?
A
Is the message in March?
B
Is the message in May?
C
Is the appointment in May?
D
Is the appointment in March?

Slide 14 - Quizvraag

U kunt vandaag komen, om acht uur.
A
You can come today, at eight o'clock.
B
You can come tomorrow, at nine o'clock.
C
you can come tomorrow, at eight o'clock
D
you can come today, at nine o'clock.

Slide 15 - Quizvraag

ik werk 24 uur per week.
A
I work twenty-four hours per week.
B
She works forty-two hours per week.
C
I work forty-two hours per week.
D
She works twenty-four hours per week.

Slide 16 - Quizvraag

Mijn dochter is negen jaar oud.
A
My son is two years old.
B
My son is nine years old.
C
My daughter is two years old.
D
My daughter is nine years old.

Slide 17 - Quizvraag

Wat zegt deze dame aan de telefoon?
schrijf twee ENGELSE zinnen bij dit plaatje.

Slide 18 - Open vraag


A
It's one o'clock.
B
It's one hour.
C
It's twelve o'clock.
D
It's first o'clock.

Slide 19 - Quizvraag

Het is 10:10u
A
ten to ten
B
ten past ten
C
fifty minutes to eleven
D
twenty minutes to half past ten

Slide 20 - Quizvraag


A
half past four
B
half past five
C
half to four
D
half to five

Slide 21 - Quizvraag

Het is 17:05u
A
five o'clock
B
half past five
C
five minutes to five
D
five minutes past five

Slide 22 - Quizvraag

The school's out at 14.15u
A
a quarter past two
B
a quarter to two
C
fifteen minutes to two
D
fifteen minutes past two

Slide 23 - Quizvraag

Je bent klaar!

Slide 24 - Tekstslide