6.3 Warmte transport les 2

6.3 Warmtetransport
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Warmtetransport

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?


  • Warmte berekenen en brander herhalen
  • Warmtetransport
  • Huiswerk: opdrachten 6.3
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:

6 km = .... m
7 m = .... cm
4 mm = .... cm
2 cm = .... m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 km = 6000 m
7 m = 700 cm
4 mm = 0,4 cm
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 km = 6000 m
7 m = 700 cm
4 mm = 0,4 cm
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 km = 6000 m
7 m = 700 cm
4 mm = 0,4 cm
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 kV = 6000 V
7 m = 700 cm
4 mm = 0,4 cm
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 kV = 6000 V
7 A = 700 cA
4 mm = 0,4 cm
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 kV = 6000 V
7 A = 700 cA
4 mJ = 0,4 cJ
2 cm = 0,02 m
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:


6 kV = 6000 V
7 A = 700 cA
4 mJ = 0,4 cJ
2 c♥ = 0,02 ♥
km
hm
dam
 m
dm
cm
mm
6
0
0
0
7
0
0
0,
4
0,
0
2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden:






40 MJ = ... J             52 KJ = ... MJ             0,08 MJ = ... mJ
MJ
kJ
 J
mJ

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Bij elektrische energie:

Q = E = P x t

Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)


Bij chemische energie:


Met de verbrandingswarmte. 
Deze kan je opzoeken in de tabel.

Rekenen met warmte

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van elektrische energie



Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
Q = E = P x t

Slide 13 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het berekenen van de hoeveelheid warmte die een warmtebron in een bepaalde tijd levert. Geef enkele voorbeelden en laat de leerlingen de formule Q = P x t gebruiken.
Verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte geeft aan hoeveel warmte er vrijkomt wanneer je een bepaalde hoeveelheid van een stof verbrand. De verbrandingswarmte kan worden weergegeven in MJ/m3, MJ/kg of MJ/L.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  1. Er wordt 0,5 L spiritus verbrand. Bereken hoeveel warmte is vrijgekomen.
  2. Een heater van 200 W staat 30 minuten aan. Hoeveel warmte is vrijgekomen?
  3. Er is 99 000 000 J warmte vrijgekomen bij de verbranding van benzine. Bereken hoeveel benzine er verbrand is.
  4. Een waterkoker met een vermogen van 1500 W heeft 180 000 J aan warmte geleverd. Bereken hoeveel minuten de waterkoker heeft aan gestaan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Brandstoffen en verbranden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 6.2
  1. Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas
  2. Je kan uitleggen waar de gasknop en de luchtschijf voor zijn op de brander

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brander - opdracht 3 
Gasknop
Luchtschijf

Pauzevlam:
- onvolledige verbranding
- er ontstaan koolstofmonoxide en roet

Blauwe vlam of blauwe ruisende vlam:
- volledige verbranding
- er ontstaan koolstofdioxide en water: methaan + zuurstof → koolstofdioxide + water

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een brander
Maak opdracht 2 op het werkblad

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.3 Warmtetransport

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 6.3
  1. Je kan drie manieren van warmtetransport herkennen
  2. Je kan uitleggen hoe geleiding werkt en goede en slechte warmte geleiders noemen
  3. Je kan uitleggen hoe stroming werkt
  4. Je kan uitleggen hoe straling werkt en welke voorwerpen straling goed absorberen en welke voorwerpen niet

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtetransport
Warmtetransport kan op 3 manieren:
- Geleiding
- Stroming 
- Straling 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtegeleiding

Warmte geleiding gebeurt in een vaste stof

Metalen zijn goede warmtegeleiders
Hout en plastic zijn slechte warmtegeleiders

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtestroming
Door vloeistoffen of gas.

Warmte stijgt op. Daar 
koelt de warme lucht
weer af en daalt weer.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straling
Infrarode straling.
Er is geen stof voor nodig.

Zwarte voorwerpen absorberen de straling.
Witte voorwerpen weerkaatsen de straling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4

Leg uit hoe je de 3
vormen van warmte-
transport terug ziet 
in het plaatje.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5

Leg uit hoe je de 3
vormen van warmte-
transport terug ziet 
in het plaatje.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 6.2
  1. Je kan drie manieren van warmtetransport herkennen
  2. Je kan uitleggen hoe geleiding werkt en goede en slechte warmte geleiders noemen
  3. Je kan uitleggen hoe stroming werkt
  4. Je kan uitleggen hoe straling werkt en opnoemen welke voorwerpen straling goed absorberen en welke voorwerpen niet
Ik snap er niks van
Ik snap het een beetje
Ik snap het best goed
Ik snap het helemaal
Ik zou dit aan iemand kunnen uitleggen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met het huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 11 (8 niet) van 6.3

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies