4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Polders in Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een polder?
een polder is een stuk land, gewonnen op het water, omringd door dijken om zo de waterstand te kunnen regelen;


Slide 6 - Tekstslide

Zeepolder 
Een zeepolder ligt aan zee en ontstaat door sedimentatie van zand en klei. Zeepolders liggen ongeveer op zeeniveau

Slide 7 - Tekstslide

Droogmakerij
Een droogmakerij is een polder.
Hoe werd deze polder gemaakt?
  1. Eerst werd er een ringdijk gebouwd.
  2. Daarna werd er een ringvaart gemaakt.
  3. Tenslotte werd de polder doorgepompt door bijvoorbeeld een molen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wijk A
Wijk B

Slide 11 - Tekstslide

Welke wijk (A of B) heeft de grootste kans op wateroverlast na een stortbui? Verklaar kort je keuze.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

In Nederland zijn er steeds meer daken, straten en betegeling in tuinen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is gevolg van verstedelijking/verstening voor de piekafvoer van de rivier?
A
De piekafvoer komt eerder
B
De piekafvoer is kleiner
C
De piekafvoer komt eerder en is groter
D
De piekafvoer komt later en is groter

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Op welke rivier hebben de veranderingen in het neerslagregiem het meeste invloed?
A
Maas
B
Rijn
C
Lek

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Welke grondsoort(en) is/zijn gevoelig voor verdroging van de bodem?
A
Zand
B
Klei
C
Klei en veen
D
Zand en klei

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Ook verzilting is een gevolg van veranderingen in het neerslagregiem.
Wat is verzilting volgens jou?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Verzilting
Bij lage waterstanden in de rivieren, komt zeewater verder landinwaarts. Het gevolg daarvan is verzilting.

Verzilting heeft met name gevolgen voor:
- Landbouw
- Natuur
- Waterkwaliteit


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdrachten 4.5

Slide 30 - Tekstslide