4 signaalwoorden
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf zoveel mogelijk signaalwoorden op!
Slide 2 - Open vraag
Welke drie tekstverbanden ken je?
Slide 3 - Open vraag
Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het signaalwoord?
Wat is het signaalwoord?
A
is
B
ik
C
heb
D
toch
Slide 4 - Quizvraag
Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het tekstverband?
Wat is het tekstverband?
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
opsomming
Slide 5 - Quizvraag
Ik houd niet van brood. Het smaakt nergens naar en ook krijg ik er buikpijn van.
Wat is het signaalwoord?
Wat is het signaalwoord?
A
niet
B
nergens
C
ook
D
van
Slide 6 - Quizvraag
Ik houd niet van brood. Het smaakt nergens naar en ook krijg ik er buikpijn van.
Wat is het tekstverband?
Wat is het tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
vergelijking
Slide 7 - Quizvraag
In vergelijking met gisteren heb ik goed meegedaan in de les
Wat is het (groepje) signaalwoord(en)?
Wat is het (groepje) signaalwoord(en)?
A
in
B
in vergelijking met
C
met
D
gisteren
Slide 8 - Quizvraag
In vergelijking met gisteren heb ik goed meegedaan in de les
Welk tekstverband staat in deze zin?
Welk tekstverband staat in deze zin?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
vergelijking
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitspraak past bij jou?
A
Ik weet wat een tekstverband is.
B
Ik ken de signaalwoorden en weet welk tekstverband erbij hoort.
C
Ik ken de signaalwoorden.
D
Ik vind het allemaal nog best lastig.
