In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
met elkaar samenhangen.
Aan een
signaalwoord
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
- chronologisch verband
- opsommend verband
- tegenstellend verband
- toelichtend verband
- concluderend verband
- redengevend verband
- oorzakelijk verband
- vergelijkend verband
(en meer)
Een redengevend verband geeft aan
waarom iemand iets doet of vindt.
SIGNAALWOORDEN
bij redengevend verband
- want - omdat - daarom - dus -
de reden hiervoor is - het argument is
VOORBEELD
redengevend verband
Voor het proefwerk van biologie had ik een slecht cijfer,
want ik heb er niet goed voor geleerd.
De reden van het slechte cijfer is
dat ik niet geleerd heb voor het proefwerk.
Bij een vergelijkend verband maakt de schrijver iets duidelijk door een verschil of overeenkomst te noemen.
bij vergelijkend verband
- in vergelijking met - (net) als - evenals - zoals - meer/groter/beter dan - vergeleken met
vergelijkend verband
Deze les is interessant, net zoals de vorige.
Het broodje dat ik vandaag als lunch had, smaakte beter dan die van gisteren.