Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:
leesboek
lesboek Nieuw Nederlands
collegeblok/schrift
pen
timer
2:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:
leesboek
lesboek Nieuw Nederlands
collegeblok/schrift
pen
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Opening/welkom
Lezen
Startopdracht
Uitleg theorie + aantekening
Opdrachten nakijken/maken
Huiswerk
Evaluatie les
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik weet wat het doel van een tekst is.
Slide 3 - Tekstslide
Doel van een tekst
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel.
Slide 4 - Tekstslide
Doel van een tekst
De schrijver wil je informatie geven
krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd
De schrijver wil je iets leren of uitleggen
studietekst, recept, gebruiksaanwijzing
De schrijver wil je iets laten doen
uitnodiging, reclametekst, advertentie
Slide 5 - Tekstslide
Doel van een tekst
De schrijver wil zijn mening geven
bespreking van een film of app
De schrijver wil je amuseren
verhaal, strip
Slide 6 - Tekstslide
Welk doel?
Slide 7 - Tekstslide
Welk doel?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Opdracht 4 blz. 120
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
1 eigen antwoord, bijvoorbeeld: insectenvlees
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
1 eigen antwoord, bijvoorbeeld: insectenvlees
2 alinea 1
Slide 12 - Tekstslide
Wat voor soort tekst is dit?
A
Een artikel van internet
B
Een nieuwsbericht
C
Een recept
D
Een reclametekst
Slide 13 - Quizvraag
Beter voor het milieu
Gefokt, geteeld
gevoelig voor bepaalde stoffen
haal weg
iets waarvan mensen vinden dat je het niet mag doen, zeggen of gebruiken
walg; vind je het verschrikkelijk
Taboe
Duurzamer
Verwijder
Allergisch
Gekweekt
Gruwel
Slide 14 - Sleepvraag
Opdracht 4 blz. 120
5 bij alinea 2 en 3
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
5 bij alinea 2 en 3
6 Omdat insecten veel goede voedingsstoffen bevatten net als varkens- en rundvlees.
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
5 bij alinea 2 en 3
6 Omdat insecten veel goede voedingsstoffen bevatten net als varkens- en rundvlees.
7 Het is belangrijk dat je de insecten goed heet maakt. De bacteriën moeten gedood worden anders is het eten van insectenvlees gevaarlijk (voor je gezondheid).
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
5 bij alinea 2 en 3
6 Omdat insecten veel goede voedingsstoffen bevatten net als varkens- en rundvlees.
7 Het is belangrijk dat je de insecten goed heet maakt. De bacteriën moeten gedood worden anders is het eten van insectenvlees gevaarlijk (voor je gezondheid).
8 Door de insecten te koken, frituren of te wokken.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
9 Mensen die niet tegen schaal- of schelpdieren kunnen of allergisch zijn voor huismijt.
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
9 Mensen die niet tegen schaal- of schelpdieren kunnen of allergisch zijn voor huismijt.
10 1) Insecten hebben minder water en leefruimte nodig dan koeien en varkens.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
9 Mensen die niet tegen schaal- of schelpdieren kunnen of allergisch zijn voor huismijt.
10 1) Insecten hebben minder water en leefruimte nodig dan koeien en varkens.
2) Van insecten wordt een groter deel als vlees gebruikt.
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
9 Mensen die niet tegen schaal- of schelpdieren kunnen of allergisch zijn voor huismijt.
10 1) Insecten hebben minder water en leefruimte nodig dan koeien en varkens.
2) Van insecten wordt een groter deel als vlees gebruikt.
11 De schrijver wil je informeren.
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht 4 blz. 120
9 Mensen die niet tegen schaal- of schelpdieren kunnen of allergisch zijn voor huismijt.
10 1) Insecten hebben minder water en leefruimte nodig dan koeien en varkens.
2) Van insecten wordt een groter deel als vlees gebruikt.