Week 2 - Voedingsadvisering

• Voedingsadvisering
• MBO
• Studiejaar 2

Terugblik

In de vorige les hebben we de onderstaande onderdelen van een gesprek behandeld. In de aankomende les gaan we daarop verder. De onderdelen zullen dan ook met cijfers worden weergegeven zoals in de indeling van het 1e gesprek, om de opbouw zo duidelijk mogelijk voor jou te maken. 

Vorige les: 

1. De voorbereiding

2. Maak contact

3. Leid het gesprek in

4. Waarborg de privacy van de klant

3. Hulpvraag formuleren

• Bespreek de reden voor het zoeken van contact met jou. 

Vraag standaard het volgende na:

• Heeft u zelf een idee waardoor uw klacht/probleem veroorzaakt kan zijn? 
• Bent u onder behandeling van een arts/specialist? 
• Gebruikt u medicatie? 

Vraag altijd goed door! Wees alert: bij ziekte of aandoening die gediagnosticeerd is -> is een arts in beeld? Heeft iemand bijzondere klachten zonder diagnose? Zie volgende slide. 

Audio 1             Audio 2

4. Screening

Ga na of behandeling veilig is. 

Conclusies uit de screening kunnen zijn:	De actie die hierop volgt is:
De klachten/symptomen zijn voedingsgerelateerd 'Pluis'	Je overlegt met de klant en besluit dat het stellen van een diagnose gewenst is.
De klachten/symptomen zijn voedingsgerelateerd maar kan beter door een specialist (bijv. diëtist) behandeld worden 'Pluis maar'	Je informeert de klant en adviseert contact op te nemen met een specialist.
Er is een medische diagnose OF er wordt een rode vlag gesignaleerd OF behandeling is geen adequaat antwoord op de hulpvraag 'Niet pluis'	Je informeert de klant en adviseert contact op te nemen met de huisarts om nader onderzoek te doen.

5. Fase van gedragsverandering

Fase 1: Ontkenningsfase

Ziet de oorzaak nog niet in of zoekt de oorzaak van het probleem buiten zichzelf.

   

“Er is niets aan de hand”, “Ik kan er niets aan doen” of “Ik ben niet verantwoordelijk”.

Veel weerstand om te veranderen

Bijv. een zware drinker die zal beweren dat hij niet verslaafd is en kan stoppen wanneer hij wil.

Fase 2: Erkenningsfase

• Is bewust dat hij een probleem heeft en hier zelf verantwoordelijk voor is. Hij wil veranderen maar weet niet hoe.
• “Er is wat aan de hand en ik ben mede verantwoordelijk”
• Is sceptisch over het eigen kunnen om te veranderen.
  
• Fase waarin men hulp gaat zoeken
  

Fase 3: Verkenningsfase

• Er worden plannen gemaakt om daadwerkelijk iets aan het gedrag te doen.
  
• “Ik kan het anders gaan doen en ik denk erover na hoe”
  
• Hoop op een positieve afloop
  

Fase 4: Actiefase

• Er wordt actie ondernomen om echt (iets) te veranderen.
  
• “Ik pak mijn verantwoordelijkheid en verander mijn gedrag of gewoontes waardoor ik een beter resultaat ga krijgen”
  
• De verandering is bezig. Experimenteren wat werkt en wat niet.
  
• Kleine stappen zijn belangrijk
  

Fase 5: Volhouden

• Nieuw gedrag moet een gewoonte worden, anders risico op een terugval. Nieuwe gedrag moet worden vol gehouden.
  
• “Ik wil het volhouden want ik zie dat het werkt”
  
• Belonen van nieuw gedrag, blijven focussen op het positieve resultaat.
  

Terugval

Motivational Interviewing (IM)

Doel van de methode Motiverende gespreksvoering is het op gang brengen van gedragsverandering bij cliënten, via het ontwikkelen van de motivatie.

  

Het is een directe, persoonsgerichte gesprekstechniek om gedrag te veranderen.

Opdracht

In het lokaal liggen verschillende casussen. Werk per casus het volgende uit: 

• Stel de hulpvraag vast o.b.v. de gegevens; 
• Bedenk vragen die je nog zou willen stellen om de hulpvraag scherper te kunnen formuleren; 
• Stel vast in welke fase van gedragsverandering de klant zit;
• Wat zou je doen om de klant te motiveren om het gedrag te veranderen?

Volgende onderdeel

De volgende onderdelen zullen klassikaal worden behandeld: 

• Antropometrie
• Voedingsanamnese
• Voedingsbehoefte