KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 1 - Tekstslide
Lesopzet:
1. Breng, individueel en aan de hand van de volgende vragen het feodale stelsel in beeld:
- Wat is de relatie tussen het einde van het Romeinse Rijk en het ontstaan van het feodale stelsel?
- In de loop van de eeuwen kwamen, voor de vorst, nadelen van het feodale stelsel aan de oppervlakte. Waardoor werden vorsten, zeker na Karel de Grote, steeds minder enthousiast over het feodale stelsel?
- Wat heeft de investituurstrijd te maken met pogingen van de vorst een groot nadeel van het feodale stelsel in zijn voordeel om te buigen?
- Leg uit waarin de uitdrukking 'De weg naar Canossa bewandelen' haar oorsprong vindt?
2. Bespreek met elkaar de uitkomsten van bovenstaande vragen
Slide 2 - Tekstslide
Einde van het West-Romeinse Rijk
na Pax Romana bestuurlijke chaos, vanaf 285 al begin opsplitsing
vanaf 395 Rijk defintief opgesplitst (dood Theodosius):
mensen leefden vooral op platteland (bescherming en onderhoud) >
(relatief) autarkisch
Slide 7 - Tekstslide
Tijd van Monniken en Ridders: de Vroege Middeleeuwen (500-1000) Hofstelsel en horigheid
standensamenleving: adel en geestelijkheid en
boeren: vrije boeren (militaire plicht) en horigen (o.a. herendiensten) +
lijfeigenen (volledige afhankelijkheid van de landheer)
werkzaam op 'het domein' van een heer/klooster/koning/bisschop >
het Hofstelsel >
hoeve (=boerderij): vroonhof + land van de boeren + woeste grond
vooral in noordwestelijk deel van Europa
domeinen vaak losse lappen grond
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 10 - Tekstslide
Einde Romeinse Rijk, begin Frankische Rijk olv Clovis
476: Odoaker neemt Rome in >
einde Romeinse Keizerrijk
Clovis (466-511):
verdreef de (laatste) Romeinen uit Gallië
versloeg daarna andere Germaanse stammen +
Frankische concurrenten
1e katholieke koning in Gallië
Clovis > Lovis > Louis
Probleem: hoe kan het rijk bestuurd worden?
Clovis
Slide 11 - Tekstslide
doop Clovis (Reims)
tombe van Clovis (Saint-Denis)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
ontstaan feodaliteit
Karel Martel (690-741):
ridders werden vazallen (eed van trouw) in ruil voor levensonderhoud op kasteel
later boerderij in leen
Slide 14 - Tekstslide
Leenstelsel
> feodum > feodale stelsel
bestuursstelsel
contract leenheer en leenman: eed van trouw >bescherming gebruik landgoed
ridders, graven en hertogen
onderdelen eed: geld (eenmalig), militaire dienst, bestuur en rechtspraak
niet overdraagbaar
Slide 15 - Tekstslide
Karel de Grote (768 - 814)
door enorme uitbreiding rijk (>Gallie)
koppeling leenstelsel - bestuur:
graven en hertogen leenmannen
Nadelen:
ontwikkeling naar erfelijkheid van de leen > loyaliteitskwestie