Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lez H4 Toets
Welkom bij Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Beter Spellen
Herhaling H4 Lezen
Toets H4
Woordenschat
Slide 2 - Tekstslide
Mijn foto's op Insta worden door iedereen...
A
geliket
B
gelikedt
C
geliked
D
gelikt
Slide 3 - Quizvraag
De boer zegt dat men in Zeeland veel aardappelen...
A
verbouwd
B
verbouwt
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een acrobaat en een ...?
A
athleet
B
atleet
Slide 5 - Quizvraag
Met de opruimactie hebben we lekker veel ruimte ...
A
geschiept
B
geschapen
C
geschept
Slide 6 - Quizvraag
De ... gaf antwoord op alle vragen.
A
woordvoerdster
B
woordvoerster
C
woordvoersster
Slide 7 - Quizvraag
Herhaling H4
Feit
: kun je op waarheid controleren
Mening
: je bent het eens of oneens
Argument
: mening onderbouwen of aannemelijk maken
Slide 8 - Tekstslide
Herhaling H4
Objectief argument
: controleerbare feiten
Subjectief argument
: vermoedens, levensbeschouwelijke overtuiging, persoonlijke waardeoordelen
Drogredenen
: foute argumenten of redeneringen. Het lijken argumenten, maar ze ondersteunen het standpunt niet.
Slide 9 - Tekstslide
Herhaling H4
Slide 10 - Tekstslide
Herhaling H4
Slide 11 - Tekstslide
Herhaling H4
Betoog
: De schrijver probeert jou te overtuigen van zijn mening.
Beschouwing
: De schrijver probeert je aan het denken te zetten over een bepaalde kwestie. Het doel is dat je zelf een mening vormt.
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Maak de toets van Lezen H4
Neem rustig de tijd en lees de teksten en vragen goed door
Slide 13 - Tekstslide
Wat betekent 'dominant'?
Slide 14 - Open vraag
Woordenschat
dominant
: als iets of iemand meer invloed of macht heeft dan de rest
Mijn vader was erg dominant en dat heeft ertoe geleid dat ik niet goed voor mezelf durf op te komen.
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekent 'doneren'?
Slide 16 - Open vraag
Woordenschat
doneren
: iets aan iemand geven of afstaan
Ralf heeft al voor de 10e keer bloed gedoneerd.
Slide 17 - Tekstslide
Wat betekent 'efficiënt'?
Slide 18 - Open vraag
Woordenschat
efficiënt
: met zo weinig mogelijk geld of tijd en zoveel mogelijk resultaat
We moeten deze klus zo efficiënt mogelijk aanpakken, want we hebben weinig tijd.
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent 'evolueren'?
Slide 20 - Open vraag
Woordenschat
evolueren
: zich geleidelijk ontwikkelen
Zij is geëvolueerd van een verlegen meisje tot een zelfstandige, jonge vrouw.
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woordenschat H4 4M
February 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Woordenschat H5
October 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
NE 2K - WS, TV H4 (les 14)
January 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Lezen H4
January 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woordenschat H1 en H2 herhaling
March 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Lezen H4
March 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefeningen voor SO woordenschat
November 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
week 11: H5 woordenschat 1e les
March 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1