Woordenschat H1 en H2 herhaling

Woordenschat H1 en H2 herhaling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H1 en H2 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent onderwaarderen?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent profetisch?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent evolueren?
A
ongeveer
B
zich ontwikkelen
C
involueren
D
vastzitten

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent excentriek?
A
ongewoon
B
opvallend
C
buitenissig
D
raar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een visionair?
A
de helderziende
B
iemand meteen visie van hoe iets in de toekomst zal gaan
C
een schrijver van boeken over Artificial Intelligence
D
een vissenliefhebber

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent bruut?
A
vet
B
dik
C
grof
D
gewelddadig

Slide 7 - Quizvraag

Waarvoor staat de afkorting 'het OM'?

Slide 8 - Open vraag

Wie besluit een verdachte niet verder te vervolgen of juist wel?
A
de rechter
B
een advocaat
C
de officier van justitie
D
de politie

Slide 9 - Quizvraag

Wie denkt dat een verdachte schuldig is en neemt contact op met het Openbaar Ministerie?
A
de rechter
B
een advocaat
C
de officier van justite
D
de politie

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent constateren?
A
constant last hebben van iets
B
iets niet weten
C
iets vaststellen
D
constant je gelijk willen krijgen

Slide 11 - Quizvraag