Present continuous or present simple?
Kies bij de volgende vragen steeds of je de present continuous of de present simple moet gebruiken.
Kijk goed of het een bevestigende zin (+), een ontkennende zin (-/not), of een vraagzin (?) is.
Schrijf de juiste vorm op van het werkwoord tussen haakjes. Zorg dat je de woorden opschrijft die ontbreken in de zin.