SC Lj 3 Past simple or present perfect

Past simpe and present perfect
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past simpe and present perfect

Slide 1 - Tekstslide

Present simple / present continuous

Slide 2 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Last year they ____ (move) to Den Bosch.

Slide 3 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Yesterday, they ____ (cancel) the match because of the frost.

Slide 4 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Last weekend, I ____ (find) a wallet.

Slide 5 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Last night my grandma ____ (fall) from the stairs.

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
This morning I _____ (not hear) the alarmclock.

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
When the teacher asked him something, he _____ (not know) the answer.

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ she _____ (tell) you my secret?

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ you _____ (like) being in the school band when you were young?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My mum _____ just ____ (wash) my new jacket.

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
They _____ never ____ (listen) to opera music.

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
I _____ already _____ (see) that movie twice.

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
He _____ (buy) that car already, even though his wife didn't agree.

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My friends _____ (not watch) that new movie yet.

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My father _____ (not read) the paper yet.

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ your brother ever _____ (play) guitar?

Slide 18 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ you ever _____ (hear) of that fairy tale?

Slide 19 - Open vraag

Past simple   vs   present perfect

Slide 20 - Tekstslide

Past simple or present perfect?
Kies bij de volgende vragen steeds of je de past simple  of de present perfect moet gebruiken.
Kijk goed of het een bevestigende zin (+), een ontkennende zin (-/not), of een vraagzin (?) is.
Kies de juiste vorm of schrijf de juiste vorm op van het werkwoord tussen haakjes. Zorg dat je de woorden opschrijft die ontbreken in de zin.

Slide 21 - Tekstslide

Past simple or present perfect?
After the shot, the birds ... away!
A
fly
B
flew
C
flown
D
have flown

Slide 22 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
_____ you ever ______ (listen) to the songs of this band?
A
Did you ever listen
B
Have you ever listened

Slide 23 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
Dom ______ to school this morning.
A
cycled
B
has cycled

Slide 24 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
Harriet _________ (speak) so loudly that my ears hurt.
A
spoke
B
has spoken

Slide 25 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
Peter _____ never __________ (walk) to school.
A
did walk
B
did walked
C
have walked
D
has walked

Slide 26 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
They _______ houses quite often already.
A
move
B
have moved

Slide 27 - Quizvraag

Past simple or present perfect?
He _____ (go) for a run this morning.

Slide 28 - Open vraag

Past simple or present perfect?
Last year she ____ (give) me an incredible gift for my birthday.

Slide 29 - Open vraag

Past simple or present perfect?
I ___ never ___(read) that book untill now.

Slide 30 - Open vraag

Past simple or present perfect?
_____ she ____ (like) the performance she just saw?

Slide 31 - Open vraag

Past simple or present perfect?
She ___ already ___ (do) her homework.

Slide 32 - Open vraag

Past simple or present perfect?
___ the sun ___ (shine) bright today?

Slide 33 - Open vraag

Past simple or present perfect?
I ___ never ____ (like) English grammar.

Slide 34 - Open vraag

Past simple or present perfect?
She .. (not do) her homework today.

Slide 35 - Open vraag

Past simple or present perfect?
The bus ___ (leave) an hour ago

Slide 36 - Open vraag