Examentraining tekst-en vraagsoorten les 3

Herzlich Willkommen 4TL!
Mittwoch, den 9. Oktober
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen 4TL!
Mittwoch, den 9. Oktober

Slide 1 - Tekstslide

Een leestekst lees je - als je slim bent - in drie rondes. 
Per ronde heb je een doel en een aanpak

Sleep de doelen en aanpakken naar de juiste ronde. 
Ronde 1:
globaal lezen
Ronde 2:
nauwkeurig lezen
Ronde 3:
vragen beantwoorden
Doel
Aanpak
Je wilt een beeld krijgen van het onderwerp, je voorkennis activeren en het tekstdoel bepalen.
Je wilt alle belangrijke informatie uit de tekst tot je krijgen.
Je wilt alle vragen exact kunnen beantwoorden.
Je bekijkt de titel en de bron, je leest de inleiding en het slot en je bekijkt tussenkopjes.
Je onderstreept signaalwoorden en kernzinnen, je markeert woorden en je maakt aantekeningen.
Je leest de vraag nauwkeurig, onderstreept belangrijke woorden en formuleert zorgvuldig.

Slide 2 - Sleepvraag

Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
Quelle
Bild

Slide 3 - Sleepvraag

Waarom is het belangrijk om eerst naar de opbouw van de tekst te KIJKEN? (nog niet lezen dus)

Slide 4 - Open vraag

Soorten teksten

Slide 5 - Tekstslide

Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom is het belangrijk eerst te kijken om wat voor soort tekst het gaat?

Slide 7 - Open vraag

plan van aanpak?

Slide 8 - Tekstslide

Vraagsoorten

Slide 9 - Tekstslide

Welke vraagsoorten ken jij?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldvragen die vaak bij leesteksten voorkomen:
  1. Welche Aussage stimmt mit dem ersten Absatz überein?
=  Welke uitspraak komt overeen met de 1e alinea?

2. Worauf bezieht sich das Wort … in Zeile ….?
= Waarop heeft het woord ... in regel ... betrekking?

3. Was macht ...  im ... Abschnitt deutlich?
= Wat maakt ... in de paragraaf / alinea duidelijk

4. Was ist das Ziel
= Wat is het doel?

Slide 15 - Tekstslide

signaalwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden
Signaalwoorden Duits deel 1
Signaalwoorden Duits deel 2

Slide 17 - Tekstslide

Tekstverbanden




Folge




Beispiel




Ergänzung




Ursache




Einschränkung
gevolg
Voorbeeld
aanvulling
oorzaak
beperking

Slide 18 - Sleepvraag

also
damit
deshalb
auch
dagegen
sogar
Betekenissen van signaalwoorden
ook
zelfs
zodat
daarom
dus
daarentegen

Slide 19 - Sleepvraag

da, darum, deshalb
A
voorbeeld
B
conclusie
C
voorwaarde
D
reden

Slide 20 - Quizvraag

Signaalwoord tegenstelling
Signaalwoord argument/reden
Signaalwoord oorzaak/gevolg
maar
Namelijk
met as gevolg
echter
Immers
Want
Omdat
doordat
daaren-
tegen

Slide 21 - Sleepvraag

Signaalwoorden - Sleep elk signaalwoord naar het bijbehorende tekstverband. 
Opsomming
Tegenstelling
Reden/oorzaak
 Voorbeeld
Conclusie
außerdem – bovendien, daarenboven
dann – dan , vervolgens
auch – ook
und - en  
 doch – toch
trotzdem – toch, desondanks

 

aber – maar

 denn – want

weil – omdat

deswegen - daarom, om die reden
zum Beispiel - bijvoorbeeld
also - dus

deshalb - derhalve, daarom

daher - vandaar

Oder - of

Slide 22 - Sleepvraag

Welke functie hebben de signaalwoorden? 
Opsomming
Reden - oorzaak
Conclusie
weil
und
also
auch
darum

Slide 23 - Sleepvraag

Verbanden + Signaalwoorden
opsomming
conclusie
auch
zudem
zum Schluss
und
also
folglich
schließlich
daraus kann man schließen

Slide 24 - Sleepvraag

Das Ende 
Gibt es Fragen?

Slide 25 - Tekstslide