In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Wat is rouw?
Heleen Bol
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vaak kom jij in contact met rouw?
Slide 2 - Poll
Wat voor gevoel krijg jij als je denkt aan rouw?
Poll - emoji
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Wat is rouw voor jou?
Open vraag
Slide 4 - Open vraag
Wat is rouw?
Onder rouw vallen alle reacties op het overlijden of wegvallen van iemand om wie je geeft. Ook het kwijtraken van een lichaamsdeel, het verminderen van de gezondheid of het verliezen van een baan kunnen rouw oproepen.
Slide 5 - Tekstslide
De rouwperiode
- het probleem actief aanpakken
- sociale steun zoeken
- gevoelens en situaties vermijden
- afleiding zoeken
- emoties uiten
Slide 6 - Tekstslide
Fasen van Rouw
Ontkenning
Boosheid
Onderhandelen
Depressie
Aanvaarding
Het afweermechanisme is een systeem dat in werking wordt gesteld als je een schokkend bericht krijgt. Door het te ontkennen, worden te heftige gevoelens niet toegelaten. De patiënt roept: 'Het kan niet waar zijn! Er is een fout gemaakt!'
Na het horen van het slechte nieuws kan er boosheid ontstaan. Bijvoorbeeld op de behandelend arts, op God of op jezelf. En zelfs op een overledene omdat die iemand zomaar in de steek laat. De patiënt wordt boos op alles en iedereen.
In deze fase probeer je er alles aan te doen om de werkelijkheid te veranderen. Er kunnen gevoelens van schuld ontstaan, omdat je veel piekert. Of je denkt dat jouw leven misschien anders verlopen zou zijn als je iets anders had gedaan. De cliënt gaat onderhandelen: 'Als ik dit eet, word ik wel weer beter.
De cliënt is neerslachtig en teruggetrokken: ‘Het heeft toch allemaal geen zin.
De cliënt accepteert zijn lot en berust daarin.
Slide 7 - Tekstslide
3A Model
Afweer
afscheid
accommodatie
Dit is het ontkennen van de werkelijkheid. Het is als het ware een beschermingsmechanisme om ervoor te zorgen dat de fysieke en emotionele pijn niet in alle hevigheid aankomt. Je kunt dan verdoofd zijn, de situatie ontkennen, zoeken naar antwoorden, protesteren en jezelf afzonderen.
De werkelijkheid dringt langzaam door. Je beseft dat je afscheid moet nemen. Je neemt in je eigen tempo en op je eigen manier afscheid. Dit kan gebeuren door het uiten van emoties. Soms gaat een cliënt zich anders gedragen of probeert hij alles te beredeneren.
Je geeft het verlies een plek.
Slide 8 - Tekstslide
Aan wat zou je rouw kunnen herkennen?
Open vraag
Slide 9 - Open vraag
Herkennen van rouw
Emoties
Gedrag
Lichamelijke klachten
Slide 10 - Tekstslide
Rouw binnen diverse culturen (boeddhisme, islam & jodendom)
Open vraag
Slide 11 - Open vraag
Herkennen van rouw
Emoties
Gedrag
Lichamelijke klachten
Slide 12 - Tekstslide
Als hulpverlener bij rouw:
Quizvraag
A
Corrigeer je het gedrag
B
Laat je het gedrag er zijn en staat hierbij stil
Slide 13 - Quizvraag
De taken van een hulpverlener bij rouw:
Quizvraag
A
De cliënt ruimte geven om over emoties te praten
B
medeleven tonen
C
Tijd nemen om cliënt zijn of haar verhaal te laten doen
D
alle antwoorden zijn mogelijk
Slide 14 - Quizvraag
Wat is palliatieve zorg voor jou?
Open vraag
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Palliatieve fasen
Preterminale fase
Terminale fase
Stervensfase
In de preterminale fase is er sprake van een evenwichtssituatie. De vaak al matige conditie van de zorgvrager is min of meer stabiel. Het is niet te voorspellen hoelang het duurt voor de achteruitgang begint. Dit kan variëren van enkele weken tot een jaar. Er is in deze fase nog relatief weinig verzorging nodig. De nadruk ligt op de psychische verwerking en is daarom de meest emotionele fase.
De terminale fase begint als de conditie en de lichamelijke functies achteruitgaan. Dit kan snel en soms ook geleidelijk gaan. Het is zelf mogelijk dat er sprake is van stilstand of lichte verbetering. Deze fase kan enkele weken tot twee à drie maanden duren. De cliënt gaat nu echt voelen dat hij lichamelijk achteruitgaat. De psychische verwerking wordt versneld en de lichaamsfuncties verminderen. Er is intensieve en langdurige zorg nodig.
Dit is de laatste fase. De conditie en de lichamelijke functies gaan snel achteruit. Meestal duurt deze fase enkele uren tot maximaal een paar dagen. Er is hoofdzakelijk sprake van lichamelijke verzorging.