eerste kamer en tweede kamer en de wet
1 / 47
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat is een burgemeester NIET?
A
Voorzitter van de gemeenteraad
B
Baas van politie en brandweer
C
Gekozen door inwoners
D
Lid van een landelijke politieke partij
Slide 2 - Quizvraag
Een burgemeester
wordt
wordt
A
GEKOZEN
B
BENOEMD
Slide 3 - Quizvraag
Wie zit er in het gemeentebestuur?
A
Burgemeester en gemeenteraad
B
Alleen de gemeenteraad
C
Het college van B en W en de gemeenteraad
D
Alleen wethouders
Slide 4 - Quizvraag
Hoelang mag een burgemeester zichzelf burgemeester noemen?
A
6 jaar
B
4 jaar
C
5 jaar
D
7 jaar
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wie controleert in de provincie of de plannen goed worden uitgevoerd?
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten
C
Commisaris van de Koning
D
Wethouders
Slide 8 - Quizvraag
De Provinciale Staten verkiezingen zijn om de ....jaar.
A
3
B
4
C
6
D
8
Slide 9 - Quizvraag
De Tweede Kamer van de provincie noemen we...
A
Gedeputeerde Staten
B
Provinciale Staten
C
Commisaris van de Koning
D
B&W
Slide 10 - Quizvraag
Provinciale staten
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Slide 11 - Quizvraag
Door wie worden de leden van de Provinciale Staten gekozen?
A
Door de bevolking.
B
Door de koning.
C
Door het parlement.
D
Door het kabinet.
Slide 12 - Quizvraag
Wie is het hoofd van de Provinciale Staten?
A
de burgemeester
B
de commissaris van de koning
C
de koning
D
de premier
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wie kunnen er wetten maken?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
de regering
D
de regering en de Tweede Kamer
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer wordt een wetsvoorstel een wet?
A
Als de Tweede Kamer de wet goedkeurt.
B
Als de Tweede -en Eerste kamer de wet goedkeuren.
C
Als de Koning de wet goedkeurt.
D
Als de regering een wet maakt.
Slide 22 - Quizvraag
Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Slide 23 - Sleepvraag
Slide 24 - Link
Slide 25 - Tekstslide
Lees tekst 2
De wet is al aangenomen door de koning.
De wet is al aangenomen door de koning.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Lees tekst 2.
De wet wordt namens een minister ingediend.
De wet wordt namens een minister ingediend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Lees tekst 2.
De wet wordt aangenomen als er minstens 38 Eerste Kamerleden vóór
stemmen.
De wet wordt aangenomen als er minstens 38 Eerste Kamerleden vóór
stemmen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
In tekst 3 staat dat de wet zorgvuldig uitgevoerd moet worden.
Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe wet uit tekst 3?
Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe wet uit tekst 3?
A
de fractie van D66
B
Hoge Raad
C
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D
voorzitter van de Eerste Kamer
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Lees tekst 4. Welke woorden moeten op nr 1 en 2 komen te staan?
A
1. Kabinet
2. Ministers
B
1. Staatssecretaris
2. Burgemeester
C
1. Commisaris van de Koning
2. College van B en W
D
1. het college van Gedeputeerde Staten
2. College van B en W
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Lees tekst 5. Welke instantie heeft het wetsvoorstel uit tekst 5 wel aangenomen?
A
Hoge Raad
B
Tweede Kamer
C
Kabinet
D
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Slide 34 - Quizvraag
Het parlement controleert de regering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
De regering dient moties in om wetten te kunnen wijzigen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Het kabinet kan een Tweede Kamerlid dwingen af te treden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quizvraag
13. De regering bestuurt het land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
14. Bekijk afbeelding 1.De nieuwe ploeg van minister-president Rutte is bekend. Ministers en
staatssecretarissen zijn door de koning beëdigd.
Welke personen staan op de foto op afbeelding 1?
staatssecretarissen zijn door de koning beëdigd.
Welke personen staan op de foto op afbeelding 1?
A
de fractievoorzitters van de Eerste en Tweede Kamer
B
de leden van de nieuwe regering
C
de leden van het nieuwe kabinet
D
de nieuw gekozen Tweede Kamerleden
Slide 40 - Quizvraag
21. Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 41 - Quizvraag
22. Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 42 - Quizvraag
23. Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 43 - Quizvraag
De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende. Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort.
Controlerende taak
Wetgevende taak
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete
Slide 44 - Sleepvraag
Koning
Burgemeester
Parlement
Commissaris van de Koningin
college van burgemeester en wethouders
Provinciale Staten
kabinet
Slide 45 - Sleepvraag
26 Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid van de Tweede Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150
Slide 46 - Quizvraag
De burgemeester is
A
voorzitter van de gemeenteraad
B
voorzitter van het college van B&W
C
Hoofd van de politie en brandweer
D
benoemd voor een periode van 6 jaar
