Herhaling taken en rechten parlement + taken koning+ wet
Herhaling taken en rechten parlement + taken koning+ wet
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling taken en rechten parlement + taken koning+ wet
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdtaken Tweede Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Maken van wetten (wetgevende taak)
Slide 2 - Tekstslide
MINISTERS hebben:
RECHT VAN INITIATIEF
MOGEN VOORSTELLEN VOOR WETTEN INDIENEN
MOGEN OOK WETTEN UITVOEREN EN DUS REGEREN
Slide 3 - Tekstslide
De Tweede kamer kan:
- Een wetsvoorstel indienen (recht van initiatief) - Een wetsvoorstel wijzigen (recht van amendement)
Slide 4 - Tekstslide
Een wetsvoorstel in het kort:
Probleem.
Minister maakt wet.
Tweede kamer stelt vragen, mag wet aanpassen en stemt over de wet.
Eerste kamer stelt vragen en stemt over de wet.
De koning moet zijn handtekening zetten onder de wet.
De wet wordt gepubliceerd en is nu geldig in Nederland.
Slide 5 - Tekstslide
Wie kunnen er wetten maken?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
de regering
D
de regering en de Tweede Kamer
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer wordt een wetsvoorstel een wet?
A
Als de Tweede Kamer de wet goedkeurt.
B
Als de Tweede -en Eerste kamer de wet goedkeuren.
C
Als de Koning de wet goedkeurt.
D
Als de regering een wet maakt.
Slide 7 - Quizvraag
Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Slide 8 - Sleepvraag
www.npostart.nl
Slide 9 - Link
Tekst 2
Slide 10 - Tekstslide
Lees tekst 2 De wet is al aangenomen door de koning.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Lees tekst 2. De wet wordt namens een minister ingediend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Lees tekst 2. De wet wordt aangenomen als er minstens 38 Eerste Kamerleden vóór stemmen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Tekst 3
Slide 14 - Tekstslide
In tekst 3 staat dat de wet zorgvuldig uitgevoerd moet worden. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe wet uit tekst 3?
A
de fractie van D66
B
Hoge Raad
C
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D
voorzitter van de Eerste Kamer
Slide 15 - Quizvraag
Tekst 4
Slide 16 - Tekstslide
Lees tekst 4. Welke woorden moeten op nr 1 en 2 komen te staan?
A
1. Kabinet
2. Ministers
B
1. Staatssecretaris
2. Burgemeester
C
1. Commisaris van de Koning
2. College van B en W
D
1. het college van Gedeputeerde Staten
2. College van B en W
Slide 17 - Quizvraag
Tekst 5
Slide 18 - Tekstslide
Lees tekst 5. Welke instantie heeft het wetsvoorstel uit tekst 5 wel aangenomen?
A
Hoge Raad
B
Tweede Kamer
C
Kabinet
D
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Slide 19 - Quizvraag
Het parlement controleert de regering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
De regering dient moties in om wetten te kunnen wijzigen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Het kabinet kan een Tweede Kamerlid dwingen af te treden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
13. De regering bestuurt het land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Afbeelding 1
Slide 24 - Tekstslide
14. Bekijk afbeelding 1.De nieuwe ploeg van minister-president Rutte is bekend. Ministers en staatssecretarissen zijn door de koning beëdigd. Welke personen staan op de foto op afbeelding 1?
A
de fractievoorzitters van de Eerste en Tweede Kamer
B
de leden van de nieuwe regering
C
de leden van het nieuwe kabinet
D
de nieuw gekozen Tweede Kamerleden
Slide 25 - Quizvraag
21. Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 26 - Quizvraag
Het nieuwe kabinet is gevormd. Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning
Slide 27 - Quizvraag
Kabinet of regering?
A
Kabinet
B
Regering
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de regering?
A
Koning en ministers
B
Tweede Kamer
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Eerste en Tweede Kamer
Slide 29 - Quizvraag
Welk recht heeft de Tweede Kamer wel, maar de Eerste Kamer niet?
A
interpellatie
B
enquête
C
amendement
D
vragenrecht
Slide 30 - Quizvraag
Welke rechten hebben zowel de Eerste als de Tweede Kamer?
A
recht van enquête
recht van begroting
B
recht van initiatief
recht van begroting
C
recht van amendement
recht van enquête
D
recht van amendement
recht van initiatief
Slide 31 - Quizvraag
23. Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 32 - Quizvraag
22. Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 33 - Quizvraag
De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende. Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort.
Controlerende taak
Wetgevende taak
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete
Slide 34 - Sleepvraag
Koning
Burgemeester
Parlement
Commissaris van de Koningin
college van burgemeester en wethouders
Provinciale Staten
kabinet
Slide 35 - Sleepvraag
26 Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid van de Tweede Kamer?