Unit 3 - New York - Lesson 5 - writing - part 2 gram

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Lesson 5 - Writing - grammar

- Je leert woorden over: ‘Buildings’ en kunt ze gebruiken (35)

- Ik controleer of ik de stof van 3.5 beheers

- Ik weet wanneer ik de ‘present continuous’ moet gebruiken en kan deze toepassen in de zin

- Ik weet wanneer ik de ‘present simple’ of de ‘present continuous’ moet gebruiken en hoe ik dit moet toepassen in de zin.

Heb je je huiswerk gemaakt?

1. Ja!
2. Nee....

Zo niet, waarom niet?
Zo wel, heb je nog vragen?

3.5: 4, 9,

3.5: test yourself

3.5: 6, 7, 8, 

Present continuous of Present simple?

She always laughs at my jokes.

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

They are laughing at the moment

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

Is Julia laughing at the moment?

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

Yes, she laughs at the comedian's jokes

1. Present continuous
2. Present simple

3.5: 6, 7, 8, test yourself (green!)

Wat hebben we vandaag gedaan?

Vragen?