Unit 1 - England: The North West - Recap

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vertaal het volgende woord:
angle

Vertaal het volgende woord:
lijst (voor schilderij)

Vertaal het volgende woord:
brightness

Vertaal het volgende woord:
giechelen

Vertaal het volgende woord:
rental agreement

Vertaal het volgende woord:
clou

Vertaal het volgende woord:
Verzonnen

Vertaal het volgende woord:
Op de achtergrond.

Vertaal de volgende zin:
Die vrouw op het schilderij is aan het dansen in een veld.

Vertaal de volgende zin:
I'm not fond of the materials the artist has used.

Vertaal de volgende zin:
Het beeld is bedekt met zwarte en witte stippen.

Vertaal de volgende zin:
Hello, this is Mrs. Tolkin.

Vertaal de volgende zin:
Ik zal u terugbellen als ik een keuze gemaakt heb.

Vertaal de volgende zin:
Your house will be ready for you at 3 p.m.

Present continuous of Present simple?

She always laughs at my jokes.

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

They are laughing at the moment

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

Is Julia laughing at the moment?

1. Present continuous
2. Present simple

Present continuous of Present simple?

Yes, she laughs at the comedian's jokes

1. Present continuous
2. Present simple

Kies het juiste versterkende woord:

The dragon’s breath was .... hot that the prince burned his arm.

1. extremely
2. quite
3. so

Kies het juiste versterkende woord:

This story is ... scary for me. I can’t continue reading..

1. perfectly
2. seriously
3. too

Kies het juiste versterkende woord:

I’m ... certain that the book will end well, but it could surprise me

1. too
2. quite
3. seriously

Vul het juiste voorzetsel in:

I sit ... my classmate

1. besides
2. next to
3. in front of

Vul het juiste voorzetsel in:

I live .... Lutten

1. at
2. under
3. in

Vul het juiste voorzetsel in:

I’ve got a black hood on my head, and a leather belt ....
my waist, that I made myself.

1. behind
2. in
3. around

Kies de juiste vergelijking woord:

That is ..... (nice) painting that I have seen.

1. nicer
2. the nicest

Kies de juiste vergelijking woord:

Avatar is probably ... (bad) film that was ever made!.

1. bader
2. the badest
3. worse
4. the worst

Kies de juiste vergelijking woord:

I think October is ... (wet) month of the year.

1. wetter
2. the wettest

Kies de juiste vergelijking woord:

(little) My sweater was .... expensive ..... yours.

1. less ... than
2. more ... than

*Versterk jezelf

Wat hebben we vandaag geleerd?

Vragen?