9.5 De rechtszaak ~3b

Telefoon in de telefoontas
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Het plan
  1. Herexamen!
  2. Uitleg § 9.5
  3. Maken vragen
  4. Let op: toets donderdag 30 juni!

Slide 2 - Tekstslide

Hot Girl Summer

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

5 De rechtszaak

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het rechtsproces in Nederland verloopt.

Slide 6 - Tekstslide

De rechter beslist
Van politie, via officier...naar de rechter!

Slide 7 - Tekstslide

Recht op een eerlijk proces 
Als er een vervolging komt krijg je een dagvaarding (oproep om voor de rechter te verschijnen). 

Altijd onschuldig tot het tegendeel is bewezen.  De rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig

Slide 8 - Tekstslide

Trias Politica: scheiding en evenwicht van machten

Slide 9 - Tekstslide

De rechterlijke macht
De rechters zijn onafhanklijk (toga), voor het leven benoemt.
  • De rechter is onpartijdig (blinddoek)
  • rechter weegt de daden en rechtmatigheid van overheidsoptreden en burgers
  • controleert zichzelf via Hoger Beroep en jurisprudentie.

Slide 10 - Tekstslide

De meeste rechtszaken zijn openbaar, dus contoleerbaar
De zwarte toga is het symbool dat de rechter niet oordeelt op zijn persoonlijke mening. Bij twijfel wordt de rechter gewraakt.

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijkste personen
  1. De verdachte geholpen door een advocaat.
  2. De officier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  3. De rechter die beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij krijgt.

Slide 12 - Tekstslide

Pech...naar de rechter!


  • dagvaarding (waarom, wanneer, waar)


  • rechtszitting 


  • soms bij verstek veroordelen

Slide 13 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 14 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 15 - Tekstslide


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 16 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 17 - Tekstslide


3.
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 18 - Tekstslide


4.

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 19 - Tekstslide

5. Requisitoir


De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 20 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 21 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 22 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 23 - Tekstslide

DISCUSSIE

Rol slachtoffer steeds belangrijker, dus waar hebben ze recht op?

- Sinds april 2016

- uitgebreid spreekrecht

- Goed idee?


Slide 24 - Tekstslide

Is spreekrecht voor de slachtoffer een goed idee en waarom wel/niet?

Slide 25 - Open vraag

Wanneer ben je schuldig?
-Gaat het om een strafbaar feit?
-Heeft de verdachte het gedaan? - bewijs!
-Is de verdachte strafbaar? - zelf verantwoordelijk

Slide 26 - Tekstslide

Psychische overmacht

- Iemand staat onder grote psychische druk en kan daarom niet meer normaal handelen en overtreedt de wet.

= Ontoerekeningsvatbaar.

-


Slide 27 - Tekstslide

TBS (terbeschikkingstelling)
  •  iemand kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor zijn daad (hij moet behandelt worden in een TBS-kliniek)
  • Bijvoorbeeld heel agressieve daders of kinderverkrachters
  • Pas vrij als artsen verklaren dat hij genezen is
  • Soms nooit.... 

Slide 28 - Tekstslide

TBS

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Rechter geeft straf
  1. geldboete
  2. (voorwaardelijke) gevangenisstraf
  3. taakstraf

Slide 31 - Tekstslide

Jeugdstrafrecht
12 en 18 jaar  = jeugdstrafrecht (maximaal 2 jaar)
Nadruk op voorkomen nieuw delict
Jeugdgevangenis
Geen publiek aanwezig bij de rechtszaak


Slide 32 - Tekstslide

Strafrecht: de rechtszaak
Kijk of je de 8 stappen van de rechtszaak kunt herkennen

Slide 33 - Tekstslide

De rechtzaak!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Zelfstandig werken/huiswerk
Maken opdrachten § 5
Random controle huiswerk 

Slide 36 - Tekstslide