In deze les zitten 50 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Criminaliteit
tijd- en plaatsgebonden
Slide 1 - Tekstslide
Strafbaar???
Verkrachting?
Seks zonder wil?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Het plan
Uitleg § 9.4/§9.5
Maken selectie vragen
PO Media:
Laatste toets: maandag 19 juni; lesuur 3: Media en criminaliteit, weging 2!
Slide 4 - Tekstslide
Paragraaf 4 Opgepakt...en dan?
Opgepakt... en dan?
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat een verdachte is, welke bevoegdheden de politie heeft, wat een Officier van justitie doet. Wat een HALT straf is en wat bijzondere maatregelen zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Verdachte
Iemand waarvan de politie denkt dat hij/zij iets strafbaars heeft gedaan.
Er moet een redelijk vermoeden van schuld zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Wat mag de politie?
alleen als je verdacht bent!:
filmpje: etnisch profileren
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Fouilleren
Je kleding en je lichaam ( binnenkant en buitenkant) worden dan onderzocht.
Tas mag niet worden doorzocht zonder toestemming!
Slide 11 - Tekstslide
2. Arresteren
Je moet mee naar het politiebureau en daar kun je maximaal 9 uur worden vastgehouden!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Woning doorzoeken
Kijken of er in de woning bewijsmateriaal ligt wat tegen jou gebruikt kan worden
(alleen met apart huizoekingsbevel!)
Slide 14 - Tekstslide
Proces-verbaal
Slide 15 - Tekstslide
Bureau Halt
12-18 jaar
Voor lichte misdrijven.
Voordeel: geen strafblad en geen gevangenisstraf
Taakstraf vaak direct te maken met je misdrijf.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Officier van justitie
Als er een zwaarder misdrijf is gepleegd gaat het proces verbaal naar de officier van justitie.
De officier van justitie beslist wat er vervolgens met de verdachte gaat gebeuren.
Alle officieren van justitie samen noem je het Openbaar Ministerie (OM)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
5 De rechtszaak
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het rechtsproces in Nederland verloopt.
Slide 21 - Tekstslide
De rechter beslist
Van politie, via officier...naar de rechter!
Slide 22 - Tekstslide
Recht op een eerlijk proces
Als er een vervolging komt krijg je eendagvaarding (oproep om voor de rechter te verschijnen).
Altijd onschuldig tot het tegendeel is bewezen. De rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig.
Slide 23 - Tekstslide
Trias Politica: scheiding en evenwicht van machten
Slide 24 - Tekstslide
De rechterlijke macht
De rechters zijn onafhanklijk (toga), voor het leven benoemt.
De rechter is onpartijdig (blinddoek)
rechter weegt de daden en rechtmatigheid van overheidsoptreden en burgers
controleert zichzelf via Hoger Beroep en jurisprudentie.
Slide 25 - Tekstslide
De meeste rechtszaken zijn openbaar, dus contoleerbaar
De zwarte toga is het symbool dat de rechter niet oordeelt op zijn persoonlijke mening. Bij twijfel wordt de rechter gewraakt.
Slide 26 - Tekstslide
Belangrijkste personen
Deverdachte geholpen door een advocaat.
Deofficier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
De rechterdie beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij krijgt.
Slide 27 - Tekstslide
Pech...naar de rechter!
dagvaarding(waarom, wanneer, waar)
rechtszitting
soms bij verstek veroordelen
Slide 28 - Tekstslide
Wie is wie?
Verdachte
Rechter
Advocaat
Getuige(n)
Pers
Publiek
Officier van Justitie
Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek
Slide 29 - Tekstslide
Hoe verloopt
een rechtszaak?
Slide 30 - Tekstslide
1.
De opening
Controleren van jouw gegevens
Slide 31 - Tekstslide
2.
De aanklacht
De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor
Slide 32 - Tekstslide
3.
Het verhoor van de verdachte
Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.
Slide 33 - Tekstslide
4.
Het getuigenverhoor
Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te
maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.
Slide 34 - Tekstslide
5. Requisitoir
De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis
Slide 35 - Tekstslide
6.
Het pleidooi
Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging
Slide 36 - Tekstslide
7.
Het laatste woord
Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier
Slide 37 - Tekstslide
8.
De uitspraak
De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of hetvonnispas later
Slide 38 - Tekstslide
DISCUSSIE
Rol slachtoffer steeds belangrijker, dus waar hebben ze recht op?
- Sinds april 2016
- uitgebreid spreekrecht
- Goed idee?
Slide 39 - Tekstslide
Is spreekrecht voor de slachtoffer een goed idee en waarom wel/niet?
Slide 40 - Open vraag
Wanneer ben je schuldig?
-Gaat het om een strafbaar feit?
-Heeft de verdachte het gedaan? - bewijs!
-Is de verdachte strafbaar? - zelf verantwoordelijk
Slide 41 - Tekstslide
Psychische overmacht
- Iemand staat onder grote psychische druk en kan daarom niet meer normaal handelen en overtreedt de wet.
= Ontoerekeningsvatbaar.
-
Slide 42 - Tekstslide
TBS (terbeschikkingstelling)
iemand kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor zijn daad (hij moet behandelt worden in een TBS-kliniek)
Bijvoorbeeld heel agressieve daders of kinderverkrachters
Pas vrij als artsen verklaren dat hij genezen is
Soms nooit....
Slide 43 - Tekstslide
Rechter geeft straf
geldboete
(voorwaardelijke) gevangenisstraf
taakstraf
Slide 44 - Tekstslide
Jeugdstrafrecht
12 en 18 jaar = jeugdstrafrecht (maximaal 2 jaar)
Nadruk op voorkomen nieuw delict
Jeugdgevangenis
Geen publiek aanwezig bij de rechtszaak
Slide 45 - Tekstslide
Strafrecht: de rechtszaak
Kijk of je de 8 stappen van de rechtszaak kunt herkennen