In sommige zinnen doet het onderwerp iets met een 'voorwerp'. Dit noemen we het lijdend voorwerp.
Bijvoorbeeld:
Hij | repareert |zijn fiets.
Hij (ow) repareert iets: zijn fiets. Het lijdend voorwerp = zijn fiets.
Het lv komt voor in zinnen met werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten (iets maken, iemand feliciteren, iets/iemand zoeken)
Het lijdend voorwerp komt voor in zinnen met werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten:
iets maken, iemand feliciteren, iets/iemand zoeken.
Tip: het lijdend voorwerp begint, net als het onderwerp, nooit met een voorzetsel.