H1: leestekens en citaten

Wat gaan we doen?
  • Lezen uit je leesboek
  • Taalverzorging H1 - leestekens (blz. 32) 
  • Werken aan de weektaak 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Lezen uit je leesboek
  • Taalverzorging H1 - leestekens (blz. 32) 
  • Werken aan de weektaak 

Slide 1 - Tekstslide

H1 Taalverzorging - leestekens
Doelen:
  • Ik kan hoofdletters, punten, komma’s en vraagtekens gebruiken (herhaling);
  • Ik kan hoofdletters, dubbele punten en aanhalingstekens in citaten gebruiken.



Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
Waarom leren we dit eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens
Leestekens zorgen ervoor dat een tekst makkelijker te lezen is. Een vergeten of verkeerd geplaatst leesteken is een fout. 

De volgende leestekens ken je al: 
punt, komma, vraagteken, uitroepteken en dubbele punt

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters
-Aan het begin van een zin
-Bij alle soorten namen:
  Jan, meneer Jansen, Assendorperdijk, Zwolle, Overijssel

Let op: niet bij dagen, maanden, seizoenen en windrichtingen:
                maandag, februari, herfst, het zuiden

Slide 6 - Tekstslide

Komma
-Voor voegwoorden: want, omdat, maar, zodat, ...
-Tussen twee persoonsvormen: 
   Als een docent ziek is, wordt hij uitgeroosterd.
-Bij een opsomming: 
  We hebben vandaag Nederlands, Engels, biologie en wiskunde.

Slide 7 - Tekstslide

Citaat
Wat is een citaat?




Slide 8 - Tekstslide

Citaat - voorbeelden
– Marthe zei: ‘ Ik haal wel even croissantjes bij de bakker.

– Na de repetitie vroeg de dirigent: ‘ Kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?

Wat valt op? 

Slide 9 - Tekstslide

Citaat
Je schrijft letterlijk op wat iemand heeft gezegd. 

Zo citeer je:
  • Zet voor het citaat een dubbele punt.
  • Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een              punt, vraagteken of uitroepteken.
  • Zet het citaat tussen aanhalingstekens.


Slide 10 - Tekstslide

Citaat 
Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. Je zet achter het citaat een komma, vraagteken of uitroepteken:

De roosterwijzigingen staan op de website’, zei meneer Van Dam.
We zijn kampioen!’ joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maken in tweetallen:
Opdracht 2, blz. 32. 

timer
7:00

Slide 13 - Tekstslide

Verder met:
Taalverzorging H1, blz 32 - opdracht 1, 3, 4, 5 + 6 
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide