Leestekens en citeren

Leestekens en citeren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens en citeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je leestekens gebruiken om een tekst makkelijker te lezen en weet je hoe je iemand kunt citeren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Leestekens zorgen voor een betere leesbaarheid van een tekst. Punt, komma, vraagteken, uitroepteken en dubbele punt zijn bekende leestekens.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren met dubbele punt
Gebruik een dubbele punt om een citaat aan te kondigen. Begin het citaat met een hoofdletter en eindig het met een punt, vraagteken of uitroepteken. Zet het citaat tussen aanhalingstekens.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een citaat
Marthe zei: 'Ik haal wel even croissantjes bij de bakker.'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren zonder dubbele punt
Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. Zet achter het citaat een komma, vraagteken of uitroepteken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een citaat zonder dubbele punt
'De roosterwijzigingen staan op de website', zei meneer Van Dam.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren met emotie
'We zijn kampioen!', joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Leestekens zorgen voor een betere leesbaarheid. Bij citeren gebruik je dubbele punten, aanhalingstekens en hoofdletters. Citeer met of zonder dubbele punt, afhankelijk van de positie in de zin.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de zin (met citaat) over en zet leestekens op de juiste plek:
de leraar zei doe nu je boek open want we gaan beginnen

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.