Kt2 5.2 grammar recap will/won't/shall

Today: flex

  • Grammar:  FUTURE > use  WILL, WON't, SHALL 
  • Study words unit 5
Done? Start your homework 5.4
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today: flex

  • Grammar:  FUTURE > use  WILL, WON't, SHALL 
  • Study words unit 5
Done? Start your homework 5.4

Slide 1 - Tekstslide

Grammar - Will , WON'T , Shall
Hoe was het ook weer?




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 
  • Once in my life I will visit  South Africa 
  • Eens in mijn leven zal ik  Zuid-Afrika bezoeken.
  • Don't worry! We will do our homework 
  • Geen zorgen! Wij zullen ons huiswerk maken 

Slide 4 - Tekstslide

Formule
will + hele werkwoord
Voorbeeld: We will do our homework .


Slide 5 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:


  1. Lange vorm: will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 6 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will'. Je schrijft dit kort als won't 

         I won't help you.
         The cat won't eat.
         His car won't start.

Slide 7 - Tekstslide

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp, daarna volgt het andere werkwoord
Will you see him again?
LET OP: bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'. Dan betreft het een voorstel. 
Shall we go on a date?
Shall we go to the cinema?

Slide 8 - Tekstslide

SAMENVATTING

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
(they - to play) music at my birthday party next month.

Slide 11 - Open vraag

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
( you - to travel ) to South Africa this summer?

Slide 12 - Open vraag

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
( I - not - to run) 10 kilometers anymore!

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

I ____ go to the cinema later today

A
Will
B
Shall

Slide 16 - Quizvraag

No, I ___ listen to you anymore!

A
Will
B
Shall
C
Won’t

Slide 17 - Quizvraag

___ they do their homework on Saturday?
A
Will
B
Shall

Slide 18 - Quizvraag

___ I work from home next Friday?

A
Will
B
Shall

Slide 19 - Quizvraag

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 20 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 21 - Quizvraag

Look at the dark clouds. I ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 22 - Quizvraag

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 23 - Quizvraag

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 24 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 25 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 26 - Sleepvraag

Mary ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 27 - Sleepvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 28 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 29 - Sleepvraag

Translate the next words (5.2/ 5.3)

Slide 30 - Tekstslide

Wat is opvoeden in het Engels?

Slide 31 - Open vraag

Wat is leefomgeving in het Engels?

Slide 32 - Open vraag

Wat is vrijwilliger in het Engels?

Slide 33 - Open vraag

Wat is vijand in het Engels?

Slide 34 - Open vraag

To raise
to capture
to observe
to startle
to reject
to care for
to rescue
zorgen voor
vangen
observeren
afstoten
opvoeden
redden
laten schrikken

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Link

Homework/ Studytime 
Mak: 5.4 ex. 1-12
Done… Test jezelf 5.2/ 
5.3/ 5.4/ 5.5
Woordtrainer / wrts
Quizlet 
OEFEN VOOR JE REPETITIE!


timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide