Link herhaling thema 19

Lesplan
1.  TOA- toets Lezen.
2. Link thema 19 herhalen.
3. Grammatica.
4. Schrijven/Spreken.


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 165 min

Onderdelen in deze les

Lesplan
1.  TOA- toets Lezen.
2. Link thema 19 herhalen.
3. Grammatica.
4. Schrijven/Spreken.


Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...
 ... kun je beter zinnen maken in het Nederlands. 

Slide 2 - Tekstslide

TOA-toets 

Lezen

Slide 3 - Tekstslide

Praktijkopdracht online
thema 19 
Slot

Slide 4 - Tekstslide

Huisarts

Goedemorgen! Gaat u zitten.
Hoe kan ik u helpen?

Welke klachten hebt u?  

Wat is de oorzaak van de klachten? Wat moet u op uw werk doen?

U moet een paar dagen thuis rusten, paracetamol slikken en veel water drinken. 

Patiënt 

Goedemorgen! Ik werk als tuinman en ik heb lichamelijke klachten. 

Ik heb last van mijn knieën en rug. 

Ik moet zware dingen tillen en veel op mijn knieën werken. 

Dat zal ik doen, dank u wel. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Gebiedende wijs
  • Gebruik je als je instructies geeft.
  • Als je zegt wat iemand moet doen
  • In een recept gebruik je ook de gebiedende wijs.

Slide 9 - Tekstslide

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm van het werkwoord.

Link: Grammatica - 2.14

Voorbeelden:

  • Ruim je kamer op!
  • Geef dat boek terug!
  • Houd afstand!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Schrijf een e-mail

U gaat verhuizen. 
Schrijf een e-mail naar uw moeder. 
U schrijft haar naar welke stad u gaat verhuizen en wanneer u gaat verhuizen. 
Schrijf ook waarom u gaat verhuizen. 

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf een e-mail
Lieve mama, 
Ik ga verhuizen. Ik ga in Groningen wonen. 
In mei of juni ga ik verhuizen. 
Mijn huis is Heerhugowaard is te oud en te klein. 
Het huis in Groningen is groot en nieuw.
Tot gauw, mama!
Veel liefs,
Marina. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Huiswerk: 


Huiswerk voor morgen:
Online 20.1 (opdrachten 1-6) 
toets thema 19 maken



Slide 15 - Tekstslide

Maak je je zorgen? 
Ik maak me zorgen over mijn zoon. 
zich zorgen maken

Slide 16 - Tekstslide

Ik voel me niet lekker.  - zich voelen
Je verveelt je. - zich vervelen
Hij herinnert zich veel uit zijn jeugd. - zich herinneren 
We melden ons aan voor de kookcursus. - zich aanmelden 

Slide 17 - Tekstslide

Reflexieve werkwoorden 
Ik kleed me aan. 
Je kleedt je aan. 
U kleedt u/zich aan. 
Hij/Ze kleedt zich aan.
We kleden ons aan. 
Jullie kleden je aan. 
Ze kleden zich aan.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 20 - Tekstslide

Goed gedaan!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link