3H_Chapitre 1_BCD

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programme (cours 3)

B. Lire

C. La prononciation

D. Grammaire: bijv. nw.

Quiz

Buts

Ik ken woorden die te maken hebben met sociale media.

Ik kan een tekst begrijpen over selfies.

Ik kan een profiel maken van een bekende Fransman.

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

La prononciation

B. Lire: Les meilleurs selfies p. 25

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het, een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Le lit est grand.
2. Le lit est grande.

Wat is GEEN bijvoeglijk naamwoord ?

1. beau
2. petit
3. qui
4. grand

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.

Hoe maak je een bijvoeglijk naamwoord 'meervoud' ?

1. er hoeft niks achter
2. met een extra -s of -es
3. met een extra -e
4. met een extra -i

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte les chaussures vertes.
2. Elle porte les chaussures vert.

Le livre est ... (lourd)

1. lourd
2. lourds
3. lourde
4. lourdes

Les portes sont ... (orange)

1. orange
2. oranges
3. orangs
4. orangée

Wat is het juiste adjectif?
Le cabriolet est

1. noir
2. noire

un ....................jean

1. nouveau
2. nouvel
3. nouveaux
4. nouvelles

un ...........................garçon

1. belle
2. beau
3. belles
4. beaux

un.......................film
een goede film

1. bonne
2. bon
3. bons
4. bonnes

une.......................fille
een knap meisje

1. belle
2. beau
3. beaux
4. belles

D. Grammaire

Tip: in de online methode vind je bij paragraaf D ook filmpjes met uitleg over het bijvoeglijknaamwoord.

Opdracht 15b > onregelmatige vormen

Opdracht 16b > de plaats van het bijv. nw.

Alle uitleg over het bijv. nw. vind je op blz. 165

Ik geef mezelf dit cijfer voor MEEDOEN in deze les

010

dashboard.blooket.com

quizlet.com