2425H1§3

2425H1§3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2425H1§3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Iran in de Atlas
Iran in de atlas
Iran in de atlasI

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Bespreken leerdoelen/ begrippen
  • plaatsbepaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen H1 §3 en begrippen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) §3 

  • De aarde opdelen in breedte- en lengtecirkels.
  • Het coördinatenstelsel aflezen.
  • Informatie uit kaarten en bronnen halen.
  • rekenen met tijdzones (V/G)


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute ligging = de exacte ligging

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedtelijnen
  • De evenaar verdeelt de aarde in twee delen.
  • NB = noorderbreedte = noordelijk halfrond, van evenaar tot Noordpool
  • ZB = zuiderbreedte = zuidelijk halfrond, van evenaar tot Zuidpool  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedtelijnen
  • Deze cirkels rondom de aarde heten breedtecirkels = paralellen.
  • Deze lopen van 0º - Evenaar tot 90º Noordpool  en Zuidpool.
  • Je spreekt over de breedteligging van een plek op aarde.
  • Lage breedte = 0º tot 30º .
  • Hoge breedte = 60º tot 90º.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lengtelijnen
  • Deze lengtelijnen over de aarde heten meridianen en lopen van nulmeridiaan  (0º) tot 180º .
  • De nulmeridiaan verdeelt de aarde in twee delen.
  • OL = oosterlengte = oostelijk halfrond, van de nulmeridiaan naar het oosten
  • WL = westerlengte = westelijk halfrond, ook van de nulmeridiaan maar dan naar het westen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Opdracht:
  • Maak twee kolommen  in je aantekeningenschrift: lengtegraden / breedtegraden
  • Zet de volgende begrippen in de juiste kolom:
- 360 in aantal
- WL + OL
- NB + ZB
- Evenaar
- 180 in aantal 
- Vertikaal
- Horizontaal
- Meridianen
- Parallellen 
- Nulmeridiaan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Nabespreking opdracht:
Lengtegraden
Breedtegraden
WL + OL
360 in aantal
180 in aantal
NB + ZB
Vertikaal
Evenaar
Meridianen
Horizontaal
Nulmeridiaan
Parallellen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

les 2
Ga zitten en leg alvast jouw droomeiland klaar

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Zoek op (met de atlas):


  1. 53° 55'N.B 10° OL (tip: GB72-73)
  2. Melbourne (Australië)
  3. Manaus (Brazilië)
  4. 48° NB 122 WL


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Zoek op (met de atlas):
  1. Hamburg
  2. 37° ZB  145 ° OL
  3. 4° ZB 60° WL
  4. Seattle


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
maken opdracht 1+ 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probeer met behulp van de kaart de geografische coördiaten te bespalen voor Oslo

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • De aarde opdelen in breedte- en lengtecirkels.
  • Het coördinatenstelsel aflezen.
  • Informatie uit kaarten en bronnen halen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je de atlas?
Bij aardrijkskunde heb je een atlas nodig. Je kunt op verschillende manieren in de atlas zoeken.

  1. Inhoudsopgave
  2. Bladwijzer
  3. Topografische register
  4. Trefwoordenregister 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoudsopgave
Staan de nummers en de titels van alle atlaskaarten in de volgorde zoals ze in de atlas staan: van dichtbij naar veraf.

Slide 25 - Tekstslide

● Voor in de atlas staat de inhoudsopgave. Daarin staan de nummers en de titels van alle atlaskaarten in de volgorde zoals ze in de atlas staan: van dichtbij naar veraf.
Bladwijzer
Als je snel een plaats of gebied wilt opzoeken waarvan je al ongeveer weet waar dat ligt

Slide 26 - Tekstslide

Als je snel een plaats of gebied wilt opzoeken waarvan je al ongeveer weet waar dat ligt, is een bladwijzer handig. Een bladwijzer is een kaart met vakken waarin de nummers van de kaartbladen staan. Je vindt hem aan de binnenkant van de kaft.
Topografische register
Als je niet weet waar een plaats ligt. Dat is een alfabetische lijst van alle plaatsen, rivieren en bergen in de atlas. Achter elke naam staat eerst de bladzijde van de kaart en daarachter het kaartvak. 

Bijvoorbeeld: Calgary 200-201 I4.

Slide 27 - Tekstslide

Als je niet weet waar een plaats ligt, gebruik je het topografische register. Dat is een alfabetische lijst van alle plaatsen, rivieren en bergen in de atlas. Achter elke naam staat eerst de bladzijde van de kaart en daarachter het kaartvak. Bijvoorbeeld: Calgary 200-201 I4. Dat betekent dat Calgary op kaartblad 200-201 in kaartvak I4 ligt.
Trefwoorden register
Als je informatie zoekt over een onderwerp.
Het trefwoordenregister is een lijst met onderwerpen. Bij elk onderwerp staat welke kaarten in de atlas daarover gaan.

Slide 28 - Tekstslide

Als je informatie zoekt over een onderwerp, gebruik je het trefwoordenregister achter in de atlas. Dat is een lijst met onderwerpen. Bij elk onderwerp staat welke kaarten in de atlas daarover gaan.
Legenda
Bij alle kaarten in de atlas hoort een legenda. Vaak staat die direct bij de kaart, maar soms staat er voor in de atlas een algemene legenda voor overzichtskaarten.

Slide 29 - Tekstslide

Bij alle kaarten in de atlas hoort een legenda. Vaak staat die direct bij de kaart, maar soms staat er voor in de atlas een algemene legenda voor overzichtskaarten.
Tijdzones 
(enkel voor V/G)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben we tijdzones?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdzones


De nulmeridiaan = de Greenwich Mean Time = 0 = de vaste tijd.

Nederland ligt op +1 .
Alaska ligt op -9.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paul woont in Rio de Janeiro. Zijn moeder woont in Amsterdam. Omdat zijn moeder jarig is, wil hij haar bellen. De moeder van Paul moet werken en kan de telefoon alleen opnemen tussen 12:00 uur en 14:00 uur (Nederlandse tijd).
vraag
Hoe laat kan Paul vanuit Rio de Janeiro het best naar zijn moeder bellen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies