Partie 1: Aïe j'ai mal

Partie 1: Aïe j'ai mail
Wat gaan we doen?
- Voca A: hoe goed ken je de woorden die te maken hebben met gezondheid?
- B. Lire: leesopdracht en oefeningen Voca B 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Partie 1: Aïe j'ai mail
Wat gaan we doen?
- Voca A: hoe goed ken je de woorden die te maken hebben met gezondheid?
- B. Lire: leesopdracht en oefeningen Voca B 

Slide 1 - Tekstslide

vanochtend
A
cet après-midi
B
ce soir
C
ce matin
D
ce jour

Slide 2 - Quizvraag

nodig hebben
A
avoir nécessaire
B
avoir necessary
C
avoir besoin de
D
avoir besion de

Slide 3 - Quizvraag

la fièvre

Slide 4 - Open vraag

partir

Slide 5 - Open vraag

la fièvre
A
de ziekte
B
de honger
C
de zieke
D
de koorts

Slide 6 - Quizvraag

blijven
A
continuer
B
rester
C
bavarder
D
entrer

Slide 7 - Quizvraag

zij wil

Slide 8 - Open vraag

jullie mogen

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Au travail!
exercices 9, 10 b, c - 11abc 
8 minuten zelfstandig en in stilte. Laatste 2 minuten zachtjes overleg met je buur.
Tu as fini? Ben je klaar? Apprendre (leren): Voca B
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

chez le médecin / chez le docteur

Slide 12 - Tekstslide

Welke Franse woorden
ken je al van 'het lichaam' ?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Wat betekent 'la gorge'
A
De neus
B
Het hoofd
C
De mond
D
De keel

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn 'des problèmes de peau'
A
Een virus
B
Allergische reactie
C
Huidproblemen
D
Toiletproblemen

Slide 16 - Quizvraag

Les parties du corps
Un oeil [spreek uit: un euj ] = een oog
Les yeux [ spreek uit: lee-ziejeu] =
 de ogen

Wanneer je pijn hebt aan een gedeelte van het lichaam:
Bij vr. :  J'ai mal à la  ... 
Bij mann.:  J'ai mal au..... 
Bij meervoud:  J'ai mal aux...  

Slide 17 - Tekstslide

Jean Petit

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke woorden / zinnen mis je nog bij dit onderwerp?

Slide 20 - Open vraag

Quels mots est-ce que tu as appris?Welke woorden heb je geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Tu fais:
Exercices :
12 a,d,e 
15 a
15c Hierbij SCHRIJF je de zinnen (ipv praten) op in je boek.

Slide 22 - Tekstslide