Als je informatie wilt geven over tijd en plaats in een zin, heb je een aantal regels in het Engels waar je, je aan moet houden.
Plaatsbepaling: Waar iets gebeurt, zet je aan het eind van de zin.
VB: I'm working in the garden.
Tijdsbepaling: Wanneer iets gebeurt, zet je aan het eind of het begin van de zin.
VB: She went home yesterday.